HDMI 2.1: Verwarring alom, hoe vermijd je een foute aankoop?
Nieuwe versies van standaarden zijn zijn onvermijdelijk, want in de wereld van de techniek is er altijd wel iets nieuws aan de horizon. Dat geldt dus ook voor hdmi en av-land. Voor de consument is het alleen geen eenvoudige opgave om zich een weg te banen door de eindeloze reeksen afkortingen. Door de manier waarop de hdmi-aansluitingen sinds kort gelabeld mogen worden, krijgen ze het nog lastiger. De simpele aanduiding 'HDMI 2.1' betekent namelijk weinig meer. Het enige wat je kunt doen, is kijken naar details. Hier lees je, waar je op moet letten.
Wat bracht HDMI 2.1 ook alweer?
Om je zoektocht door de specificaties van een tv zo goed mogelijk voor te bereiden, moet je bekend zijn met de terminologie. In dit specifieke geval, welke eigenschappen nu net nieuw waren toen de HDMI 2.1-standaard in 2017 werd geïntroduceerd. Hier sommen we die belangrijkste nieuwigheden van HDMI 2.1 beknop op:
- Een hogere bandbreedte voor de dataverbinding, die nu tot maximaal 48 Gbit/s kan gaan. Die hogere bandbreedte is vereist om bijvoorbeeld 120 beelden met 4K-resolutie en hdr-kleurinformatie te versturen. Ook voor 8K-beelden is dit vereist.
- eARC: enhanced ARC (Audio Return Channel), een verbeterde versie van de ARC-functie, die oorspronkelijk in hdmi-versie 1.4 werd geïntroduceerd.
- ALLM: Automatic Low Latency Mode. Met deze eigenschap communiceert een spelconsole aan de tv dat er een game gestart is, zodat de tv automatisch naar een beeldmodus met lage input-lag kan schakelen. Hierdoor verschijnt aangeleverd beeld zo snel mogelijk op het scherm.
- VRR: Variable Refresh Rate. Omdat spelconsoles hun beelden niet leveren aan een vast ritme (zoals dat wel het geval is bij films of tv-beelden) en de tv dat wel verwacht, zie je vaak kleine beeldfouten. Het beeld stottert of er is een horizontale scheur in het beeld zichtbaar, doordat de tv twee stukken van een verschillend beeld op het scherm zet. VRR-ondersteuning lost dat op. Gamebeelden zijn dan vloeiend en zonder scheuren, ook als ze niet op een vast ritme aankomen. De tv past zich dan namelijk aan het aantal aangeleverde beelden aan.
Wat was het verschil tussen HDMI 2.0 en HDMI 2.1?
Een aantal van deze features (eARC, ALLM en VRR) konden fabrikanten implementeren op HDMI 2.0-aansluitingen. Die bleven dan beperkt tot een bandbreedte van 18 GBit/s (en dus maximaal 4K met 60 beelden per seconde), maar leverden wel een deel van de nieuwe features. Zowel in de specificaties van tv-fabrikanten, als in zowat alle online artikelen of reviews sprak men dan van bijvoorbeeld "een HDMI 2.0-aansluiting met eARC en ALLM".
Om technische redenen is het belangrijkste onderscheid tussen de twee versies net de verhoogde bandbreedte. Een HDMI 2.0-aansluiting kan tot maximaal 18 GBit/s aan en gebruikt het TDMS-protocol. HDMI 2.1 biedt tot maximaal 48 Gbit/s, maar voor alle snelheden boven 18 Gbit/s gebruikt het een ander protocol, namelijk FRL. Daarom spraken zowel fabrikanten als reviewers pas van een HDMI 2.1-aansluiting als die FRL ondersteunde en dus meer bandbreedte leverde. De extra features (eARC, ALLM en VRR) bleven apart benoemd.
Hoe moet een HDMI-aansluiting officieel benoemd zijn?
Omdat al de eigenschappen voor een HDMI-aansluiting optioneel zijn, en je er dus nooit zo maar van uit mag gaan dat ze op een toestel beschikbaar zijn, legde de HDMI organisatie bepaalde regels op. Zo mag een fabrikant nooit zo maar “HDMI 2.1” vermelden, zonder duidelijk bij te vermelden welke features (eARC, ALLM, VRR) de aansluiting ondersteunt. En omdat bandbreedtes en communicatieprotocols nogal technisch zijn, moet de fabrikant vermelden welke resolutie/framerate combinatie ondersteund is.
Bovendien moet hij daarbij melden of hierbij gebruik gemaakt wordt van Display Stream Compression. Zo heb je bijvoorbeeld 4K120A, 4K120 B, en 4K120 AB, waarbij A staat voor uncompressed, B voor compressed en AB voor beide. De lijst bevat ook 4K100, 4K120, 8K50 en 8K60, steeds in A, B of AB variant.
Wat is het probleem met HDMI 2.1?
Met die richtlijnen lijkt de kous af, maar helaas… De HDMI-organisatie heeft in al zijn wijsheid besloten de HDMI 2.0-specificatie officieel te schrappen. Alle eigenschappen daarvan zijn nu onderdeel van de HDMI 2.1-specificatie. Bovendien zijn alle nieuwe features van HDMI 2.1, zoals we ze hierboven aangaven, optioneel. Dus ook de hogere bandbreedte die mogelijk is met het FRL-protocol is optioneel. En dát zorgt voor een hoop verwarring, want de aanduiding ‘HDMI 2.1’ heeft nu eigenlijk geen betekenis meer. Zelfs een oude HDMI 2.0-aansluiting, zonder zelfs maar één nieuwe HDMI 2.1-feature, mag nu HDMI 2.1 heten.
Maar dat is toch veel duidelijker?
In eerste instantie lijkt dat een goede aanpak. Minder versies is zeker eenvoudiger. Zolang de fabrikant alle features correct aanduidt, is er geen probleem. Maar daar schuilt nu net de adder onder het gras. Sommige fabrikanten geven niet erg duidelijk aan welke aansluitingen nu juist welke features bieden. Of ze gebruiken niet de officiële termen. Zo vinden we nergens 4K120A, maar vermeldt men gewoon 4K120. Je kan wel vermoeden dat VVF (Variabele VerversingsFrequentie) hetzelfde is als VRR, maar toch, het is geen officiële term. Soms staan de aanduidingen over verschillende plaatsen in de specificaties verspreid. Zo staat 4K120 misschien onder de het kopje ‘Beeld’, terwijl ALLM en VRR vaak terug te vinden zijn in de sectie ‘Gaming’. En soms wordt er toch nog verwezen naar HDMI 2.0 en HDMI 2.1. Het zal duidelijk zijn: verwarring alom.
Waar moet je concreet op letten bij HDMI 2.1?
Gelukkig zijn niet alle eigenschappen voor iedereen even belangrijk. Het zijn vooral gamers, en meer specifiek gamers met een next-gen console (PlayStation 5, Xbox Series X|S) en pc-gamers die goed bij de pinken moeten blijven. Zij willen gamen in 4K-resolutie met 120 beelden per seconde. Daarvoor heb je een hdmi-aansluiting nodig waarbij 4K120 of beter in de eigenschappen staat. ALLM en VRR zijn ook gewenst.
Is gaming aan jou niet besteed en heb je een 4K-tv, dan heb je de meeste van die nieuwe HDMI 2.1-eigenschappen niet nodig. Films en tv-series zijn immers allemaal in 24 of maximaal 60 beelden per seconden. Daarvoor volstaat wat we vroeger een HDMI 2.0-aansluiting noemden. Films, series of live tv-content die 4K120 gebruikt is er nog niet. Heb je een 8K-tv op het oog, dan zijn hdmi-aansluitingen die 8K50 of 8K60 bieden wel wenselijk. Al is ook dat soort content nog steeds erg zeldzaam.
Los daarvan, wil je een recente soundbar of AV-receiver aansluiten, dan is eARC wenselijk.
Maar is HDMI niet altijd achterwaarts compatibel?
Ja, dat klopt, en dat is geruststellend. Koop je een tv met volledig toegeruste HDMI 2.1-aansluitingen, dan hoef je je geen zorgen te maken over de aan te sluiten apparaten. Achterwaarts compatibel betekent natuurlijk enkel dat je een oudere versie op een nieuwe kan aansluiten, niet dat je ook alle nieuwe features kunt gebruiken. Zo'n verbinding ondersteunt enkel de eigenschappen die op beide aansluitingen beschikbaar zijn. Eenvoudiger gezegd, als je een HDMI 1.4-apparaat aansluit op een HDMI 2.1-apparaat, heeft de verbinding enkel de eigenschappen van HDMI 1.4.
Bovendien koop je een tv doorgaans niet voor een paar jaar, maar voor een langere periode. Dat wil zeggen dat je misschien nu nog geen PlayStation 5 hebt (al is het maar omdat die nog altijd lastig te bemachtigen zijn), maar komt die er over een paar jaar wel. Heb je dan een toestel met 'HDMI 2.1' zonder 4K120, dan kan je niet alles uit de console halen dat erin zit. Goed opletten bij de aanschaf blijft dus een must.