LG OLED B4 review: concurrentie uit eigen huis voor de OLED C4

Dit jaar kreeg de B-serie van LG's oled-televisies een paar belangrijke upgrades. Die plaatsen hem qua prestaties in elk geval op papier dichter bij de C-serie dan tot dusver het geval was. Dat doet de vraag rijzen of je niet eenvoudig flink kunt besparen zonder al te veel kwaliteit in te leveren. We testten de 65-inch uitvoering van de LG OLED B4, de LG OLED65B4, om die vraag te beantwoorden.

Verschillen tussen de LG OLED B4 en de LG OLED C4

Deze LG OLED65B4 is zoals de naam al aangeeft een 65-inch (165 cm) oled-tv, met een Alpha8 beeldprocessor. Dat is een eerste verschil met de C4, die een Alpha9 Gen7 processor heeft. Net als de C4 beschikt de B4 over vier hdmi 2.1-aansluitingen met volledige (48 Gbps) bandbreedte en gamefeatures. Dat is een verschil met het vorige model, dat maar twee van die snelle aansluitingen had. Het audiosysteem is met 20 watt versterkervermogen wat bescheidener dan bij de C4, maar de LG OLED B4 heeft hetzelfde webOS 24, dat vanaf dit jaar langdurig updates krijgt.

De overige verschillen? De positie van de aansluitingen is anders (en minder handig voor wandmontage), er is één usb-poort minder, en een IR-blaster ontbreekt. Bovenal is het gebruikte paneel minder helder, wat je vooral merkt bij hdr-weergave en gebruik in lichtrijke omgevingen. Hoe dit alles in de praktijk van onze test uitpakt, lees je in deze review.

Lees ook onze review van de LG OLED C4.

Design van de LG OLED B4

De LG OLED B4 profileert zich als een typische oled-tv. Dat betekent een erg dun scherm, met achteraan een wat dikkere behuizing voor elektronica en aansluitingen. De afwerking is erg goed. Weliswaar is het design iets minder strak dan dat van de C4, maar ziet er geenszins goedkoop uit. Zo is de rand van het scherm wat afgerond, in plaats van de strakke metalen omkadering van de C4.

De achterkant heeft een lichte textuur, en de hoofdkleur is ‘Essence Graphite’, een donkergrijze tint. De voet is het meest opvallende verschil. De B4 staat op twee kleine v-voeten links en rechts op het uiteinde van het toestel, waar de C4 een grote, centrale podiumvoet heeft. Hij staat ook iets hoger dan de C4: er is meer dan 6,5 cm ruimte onder het scherm, waardoor je wat meer ruimte hebt voor een soundbar dan bij het duurdere model.

Aansluitingen: (bijna) dezelfde, alleen niet alle aan de zijkant

De belangrijkste wijziging ten opzichte van zijn voorganger (de B3)? De LG OLED B4 beschikt nu net als de C4 over vier (op de B3 waren dat er twee) hdmi 2.1-aansluitingen met de maximale hdmi-bandbreedte (48Gbps). Gamers die een soundbar via eARC aansluiten (op poort 3), hebben daardoor drie poorten voor spelconsoles of een game-pc. Ook alle hdmi- features zijn identiek: hij ondersteunt ALLM, VRR, 4K120 en QMS (Quick Media Switching).

Gamers die VRR (variabele verversingssnelheid) wensen, kunnen zowel AMD FreeSync als Nvidia G-Sync gebruiken. De gemeten input-lag zit op hetzelfde niveau als dat van de C4, 10,2ms (4K60) en 5,7ms (2K120) respectievelijk. Dat is gemeten in de game beeldmodus met de instelling ‘Voorkomen van inputvertraging’ op Boost. Het enige verschil voor gamers is dat de B4 maximaal 4K met 120 beelden per seconde kan tonen. De C4 kan tot 4K144 aan. Dat verschil is in praktijk te verwaarlozen én alleen relevant voor wie een game pc op zijn of haar televisie wil aansluiten. Consoles komen sowieso niet verder dan 120 beelden per seconde.

De resterende aansluitingen zijn twee usb-poorten (op de C4 zijn dat er drie), een optische digitale audio-uitgang, ethernet, Bluetooth en WiFi 5.  De IR-blaster waar de C4 wel over beschikt, ontbreekt. De tv heeft een enkelvoudige tv-tuner, met een aansluiting voor DVB-T/T2/C en een voor DVB-S/S2, en één CI+-slot. Live tv opnemen of pauzeren is mogelijk als je externe usb-opslag aansluit. De B4 ondersteunt WiSA (Wireless Speaker and Audio Association) voor 2.1-opstellingen.

De plaatsing van de aansluitingen verschilt wel sterk met de C4. Waar die laatste alle poorten aan de zijkant heeft, zijn op de B4 twee hdmi-poorten, de ethernetpoort, de optisch digitale audio-uitgang en een usb-poort naar achter gericht. Dat bemoeilijkt wandmontage als je het toestel zo dicht mogelijk tegen de muur wilt hangen.

webOS 24

Op het vlak van smart tv is er geen enkel verschil met de C4. Wie meer wil weten, kan in de review van de LG OLED C4 meer lezen over webOS 24. Ook de afstandsbediening is identiek aan die van dat toestel. Een verschil is er wel voor wie houdt van stembediening: de C4 heeft een ingebouwde microfoon in het tv-toestel, de B4 heeft dat niet.

Net als bij de C4 toont webOS 24 standaard reclame op het home-scherm, waar wij vriendelijk gezegd geen fan van zijn. Gelukkig kan je het uitschakelen via de instellingen (in de review van de LG OLED C4 staat precies hoe).

De Alpha8 versus de Alpha9 Gen7: LG OLED B4 levert weinig in op beeldverwerking

De LG B4 gebruikt een Alpha8-processor. Die is volgens LG een upgrade ten opzichte van de Alpha7 processor op de B3. Het verschil met de Alpha9 op de C4 is in elk geval niet erg groot. Kijk ik in de specificaties, dan lijkt enkel de Brightness Booster te ontbreken. Dat is logisch, want die functie is gekoppeld aan het OLED evo-paneel van de C4. Maar ook als ik de twee toestellen naast elkaar plaats, zie ik bijzonder weinig verschillen. De upscaling en ruisonderdrukking is uitstekend, en beide toestellen identificeren verschillende video- en filmframerates correct. In enkele gevallen leek de B4 dat iets trager te doen, maar het valt te betwijfelen of dat ooit in de praktijk zichtbaar zal zijn.

De bewegingsscherpte is uitstekend, ook daar zie ik dezelfde prestaties als op de C4. Je kan TruMotion naar smaak instellen. Prefereer je vloeiende camerabewegingen in 24fps-bronnen, schakel dan naar ‘Vloeiend’. Puristen houden het beter bij wat lagere instellingen; ‘Natuurlijk’ leek een prima compromis.

Eén duidelijk verschil kon ik wel markeren. Het anti-banding-filter van de processor in de LG OLED B4 werkt iets minder goed dan dat van die in de C4. Kleurstroken in zachte kleurovergangen blijven daardoor vaak zichtbaar. Op de B4 schakelde ik ‘Soepele gradatie’ eerder naar de medium-stand voor een goed resultaat, terwijl de C4 vaak al goed werk levert in de ‘Laag’ stand. In de lastige Game of Thrones scène bleek de B4 ook wat meer last te hebben van flikkering, iets wat ik op de C4 niet zag.

Het voornaamste compromis van de LG OLED B4: lagere piekhelderheid

Het belangrijkste verschil met de C4 zit in het gebruikte oled-paneel. De C4 heeft een OLED evo-paneel met Brightness Booster. De LG OLED B4 moet het met een klassiek oled-paneel stellen. Wat betekent dat voor de piekhelderheid? Op het 10% venster haalt hij 682 nits, op het volledig witte scherm blijft hij steken op 131 nits. Dat is een duidelijk verschil met de C4, die respectivelijk 1060 nits en 198 nits haalt. Wat kleurbereik betreft zitten alle w-oled toestellen wel op dezelfde lijn. De B4 haalt 98% P3. Het scherm een prima uniformiteit en een goede kijkhoek, maar weert reflecties iets minder goed dan de C4. De B4 smeert reflecties breder uit, waardoor ze duidelijker zichtbaar zijn.

Merk je dat verschil? Ik testte de C4 en B4 zij aan zij, en ja, dan is dat verschil merkbaar. Daar moet ik wel wat kanttekeningen bij maken. In sdr (gewoon televisiebeeld, zeg maar) is het verschil nauwelijks zichtbaar, tenzij je echt maximale helderheid van het toestel vraagt. Wanneer je veel invallend licht hebt, overdag kijkt met veel ramen en de gordijnen open. Het verschil loopt veel sterker op in hdr-weergave, dat je eerder in films en series zal gebruiken. De C4 heeft gewoon meer ademruimte, en kan dan daardoor een sterker hdr-effect tonen.

Hoewel beide toestellen veel witnuance tonen, moet de B4 sneller ingrijpen met tonemapping. Is de content erg helder gemastered, dan kan dat duidelijk zichtbaar zijn. De dynamische tonemapping van de B4 maakt het beeld soms donkerder. Daarmee verbetert het contrast wel, maar de B4 kan nooit dezelfde intense highlights tonen als de C4. Kortom, de C4 is duidelijk het meer capabele toestel. Maar de B4 levert wel degelijk erg mooie resultaten. 

Net als de C4 - en alle andere LG televisies - ondersteunt de LG OLED B4 geen HDR10+ met dynamische tonemapping (waarbij helderheidsinformatie per scène in plaats van alleen voor de hele titel beschikbaar is). Dat is niet erg, want LG's eigen ingebouwde functie om standaard HDR10-beelden dynamisch aan te passen, werkt uitstekend. Dolby Vision wordt wel ondersteund en levert wanneer beschikbaar vaak de fraaiste weergave.

Ook op de LG OLED B4: goede kalibratie

De Filmmaker Mode levert zoals steeds de beste garantie voor een accurate weergave van de intentie van de filmmaker. Zowel in sdr als hdr zien we dat de kleurtemperatuur iets te warm is, vooral in de heldere tinten. Die kunnen daardoor een licht rode tint hebben. Die afwijking is groot genoeg om zichtbaar te zijn. De impact op de kleurweergave is over het algemeen gelukkig klein. Huidskleuren ondervinden er weinig tot geen hinder van. In hdr blijken rode-oranje tinten te donker te zijn. Die afwijking is zichtbaar in de metingen, maar veel minder evident op echte content. We mogen in elk geval nog van een goede kalibratie spreken. Zowel in hdr als sdr is er veel schaduwnuance zichtbaar, de kleurweergave is goed, en zonder referentie zal je de kleine fouten niet opmerken.

Audio van de LG OLED B4: doorsnee 

De LG OLED B4 is uitgerust met een stereo speakeropstelling met 20 watt aan versterking. De klank is goed gebalanceerd, en heeft net als de C4 een warm en zacht karakter. Dat er bas ontbreekt, hoeft niet te verbazen. Dat wordt nog duidelijker als je het volume opschroeft: dan sluipt er vervorming in de klank sluipt en hoor je soms zelfs het chassis rammelen.

Het toestel ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X en kan een ruimtelijk geluidsbeeld neerzetten, maar voor het echte filmwerk schiet hij toch wat te kort. Voor doorsnee audio presteert hij goed, maar wie de lat wat hoger legt, zal toch naar een soundbar moeten grijpen. Daarvoor biedt de B4 zoals gezegd nou net wat meer ruimte dan de C4.

Conclusie

De LG OLED65B4 is een uitstekende oled tv. Als belangrijkste minpunt stippen we de minder efficiënte aanpak tegen kleurstroken in gradiënten aan. De reclame op het Home-scherm schakel je uit via de instellingen, en het gebrek aan HDR10+ wordt goed opgevangen door de dynamische tonemapping. Vergeleken met de LG OLED C4 zien we vooral de lagere piekhelderheid als belangrijkste verschil. Dat model presteert beter, uiteraard vooral in hdr, en doet het beter bij veel omgevingslicht.

De B4 levert in matige verduistering echter resultaten die erg dichtbij die van de C4 liggen, zeker omdat de meerderheid van hdr-content niet erg helder gemasterd wordt. Het toestel heeft een goede kalibratie, en uitstekende beeldverwerking. De audiokwaliteit volstaat, al raden we filmliefhebbers wel aan om uit te kijken naar een soundbar. WebOS 24 heeft heel wat functionaliteit en streamingapps. Nu de B4 ook over vier HDMI 2.1-poorten beschikt, is hij ook voor fervente gamers een interessante keuze. Tegenover de C4 spaar je flink wat uit op de prijs, terwijl je in veel gevallen weinig inlevert. Een prima deal.

LG OLED B4 (OLED54B42LA)