De voordelen van W-OLED in vergelijking met QD-OLED (sponsored)
Ook zonder heel diep in de geschiedenis van de techniek te duiken, kan je stellen dat LG aan de wieg van het succes van OLED-schermtechniek heeft gestaan. Het merk erkende vroeg het potentieel van de zogenaamde W-OLED techniek. Al in 2013 introduceerde LG de eerste OLED TV die hiermee werkte. Sindsdien verwierf het bedrijf een fikse voorsprong en maakte het OLED tot een gevestigde waarde voor televisies en monitoren. Sinds enige jaren zijn er ook televisies en monitoren te koop op basis van de concurrerende QD-OLED techniek. De twee hebben veel gemeen, maar er zijn ook duidelijke verschillen. Wat de voordelen van W-OLED zijn, lees je in dit artikel.
OLED: het hoogste contrast
Voor we daar op ingaan, een korte samenvatting van wat OLED nu zo bijzonder maakt. In tegenstelling tot QLED, ULED en LED is OLED geen variant van LCD, oftewel liquid crystal display. Een OLED-scherm maakt gebruik van organische light emitting diodes, zonder een afzonderlijk backlight oftewel achtergrondverlichting dat de kleuren van het scherm zichtbaar maakt. Elke beeldpunt van een OLED-monitor of -tv kan zelf oplichten en dimmen.
Dat zorgt voor een oneindig hoog contrast, want zwart is écht zwart. Daarnaast maakt het superieure HDR-weergave mogelijk, omdat alleen de pixels die moeten oplichten, dat ook doen. Ten slotte leveren OLED-schermen een extreem hoog kleurbereik, wat inhoudt dat kleuren zeer verzadigd en rijk getoond worden. Bovendien levert ook dit een bijdrage aan die fenomenale HDR-weergave: daarvoor is immers een groot kleurenpalet een vereiste.
Ten slotte heeft OLED ook een nadeel: omdat de pixels zelf licht geven, is de helderheid vergeleken met een LCD-paneel met een lichtbak erachter potentieel minder hoog. Potentieel, want in de praktijk zijn er extreem heldere OLED-schermen en relatief minder heldere LCD-schermen. Je kan wel stellen dat het helderste LCD-scherm helderder is dan het helderste OLED-scherm. Dat is voornamelijk van belang voor gebruik bij (heel) veel omgevingslicht. OLED kan dan in het nadeel zijn.
De voordelen van W-OLED
Bij de aanschaf van een OLED monitor of OLED televisie zijn er tegenwoordig twee OLED-varianten waar je uit kan kiezen. Naast het bekende W-OLED is er ook QD-OLED. Technisch gezien verschillende deze twee door de manier waarop ze kleur tonen. Bij W-OLED schijnen witte OLEDs door een kleurenfilter, bij QD-OLED mengen afzonderlijke rode, groene en blauwe beeldpunten hun licht om zo kleur te tonen.
Bij W-OLED is in het filter naast elke rode, groene en blauwe beeldpunt ook een transparante, die dus wit licht toont. Dat zorgt ervoor dat W-OLED relatief helderder kan zijn, zonder meer stroom te verbruiken. Een hogere helderheid gaat hand in hand met een hoger verbruik - en een hogere warmeproductie. Netto is W-OLED hierdoor wat zuiniger en worden schermen op basis van deze techniek ook wat minder warm. Tegelijk leveren ze vaak een hogere piekhelderheid, wat een intensere HDR-ervaring oplevert.
Een ander verschil tussen de twee OLED-varianten is de structuur van de subpixels. Bij W-OLED liggen die in een rijtje, vergelijkbaar met LCD. Bij QD-OLED is sprake van een driehoekige opstelling. Het gevolg is dat je bij contrastrijke overgangen (witte tekst op zwart bijvoorbeeld) lichte kleurstroken kan zien bij QD-OLED. Het is geen heel sterk effect, maar W-OLED heeft geen zogenaamde colour fringing.
Daarnaast is een eigenaardigheid van QD-OLED schermen, dat het contrast afneemt als er direct fel licht op schijnt. Dat komt natuurlijk niet vaak voor, maar bij bijvoorbeeld spots die op het scherm schijnen, of direct invallend zonlicht, zal het zwart van deze schermen grijzig gaan tonen. Bij W-OLED neemt het contrast niet af bij invallend licht.
Wat invallend licht betreft weerkaatsen OLED schermen relatief veel licht. Veel OLED-monitoren hebben om die reden een ontspiegelende laag. Dat helpt, maar verlaagt ook het contrast een beetje. Monitoren (en luxere modellen televisies) met een W-OLED paneel met MLA-filter hebben veel minder last van reflecties. Een laag microscopische lenzen op het scherm versterkt het licht van het scherm zelf en voorkomt spiegelingen door directe lichtbronnen. Deze MLA-techniek is uniek voor W-OLED.
Meer voordelen van W-OLED: meer keuze, meer ervaring
Naast de inherente voordelen van de techniek heeft W-OLED nog een paar troeven.
De eerste is dat W-OLED meer keuze biedt. Naast tv-formaten van 42 tot 97 inch (!) is het voor monitoren beschikbaar in 27 en 32 inch met 16:9-verhouding, en 34, 39 en 45 inch met 21:9 verhouding. Ter vergelijking, QD-OLED is er vooralsnog van 55 tot 77 inch voor televisies, en voor monitoren in 27 en 32 inch in 16:9-verhouding, 34 inch in 21:9 en 49 inch in 32:9. Daarbij is ook vermeldenswaard dat W-OLED met een veel sterkere kromming in ultrawide beschikbaar is: 800R, waar QD-OLED het bij 1800R houdt. De sterkere kromming zorgt voor een meeslepender ervaring, waardoor je midden in de actie zit.
De tweede troef laat zich lastiger kwantificeren, maar is niet minder belangrijk. W-OLED is inmiddels een door en door bewezen techniek. Met meer dan 10 jaar ervaring in bestaande producten hoef je geen zorgen te maken over kinderziektes. Ook bij langdurig gebruik behouden W-OLED monitoren en televisies hun uitstekende beeldkwaliteit.
Maak je eigen keuze
Natuurlijk moet je uiteindelijk zelf je keuze maken. Stap je van LCD naar OLED, dan zal je hoe dan ook overdonderd worden door contrast, kleurweergave en de intense ervaring die alleen OLED kan bieden. Met dit artikel ben je in elk geval goed op de hoogte van de voordelen van W-OLED.
Wil je alvast eens rond kijken wat LG te bieden heeft op het gebied van OLED beeldschermen, dan vind je hier de LG OLED monitoren en hier de LG OLED televisies.