Sony HT-A9 review: 'onzichtbare' thuisbioscoop set voor kamervullend geluid

De geluidsweergave van de Sony Bravia XR AJ80 verraste ons positief. Toch alleen een marketing copywriter het geluid van deze platte oled-tv omschrijven als van bioscoopniveau. Het zou ook wat veel gevraagd zijn van een enkele televisie. Voor een bioscoopervaring zijn meerdere speakers nodig. Nadeel: de vereiste opstelling is al snel een sta-in-de-weg. De Sony HT-A9 is een thuisbioscoop set die discreet je filmervaring naar een hoger niveau wil tillen. Wij testten hem in combinatie met de Bravia XR AJ80.

Het belang van geluid

Daar staat je of hangt dan je gloednieuwe tv. Eindelijk kan je in volle glorie genieten van 4K-kwaliteit op Netflix of Disney+. De combinatie van scherpte en het grote formaat levert een compleet andere ervaring op van je favoriete spannende serie of Marvel actiefilm. Maar, dan komen die actiescènes en zit je toch niet echt het puntje van je stoel. Dat komt dan vermoedelijk omdat het geluid niet van hetzelfde niveau is als dat mooie plaatje van het scherm. 

Om die reden waren we ook direct geïntereseerd toen Sony ons vroeg of we naast de XR AJ80 ook het nieuwe HT-A9 thuisbioscoopsysteem wilden testen. Deze voluit 360 Spatial Sound Mapping Dolby Atmos/DTS:X Home Theater-systeem genaamde set is namelijk een surroundset zoals we die nog niet eerder zagen. Daarnaast heeft hij een paar bijzondere kenmerken, die hem een ideale partner of zelfs upgrade moeten maken van de luxere Sony Bravia toestellen.

Discreet design, het kenmerk van de Sony HT-A9

Het meest opmerkelijke aan de Sony HT-A9 is hoe onzichtbaar deze set eigenlijk is. Vier compacte, grijswitte zuiltjes die in menig interieur naar de achtergrond zullen verdwijnen, en een klein doosje dat je ergens onopvallend bij de tv moet plaatsen. Werkelijk discreet design, deze thuisbioscoopset.

Ook al ogen de speakers uitwisselbaar, onderop is elk exemplaar wel voorzien van een markering voor het betreffende kanaal: links voor en achter, en idem dito voor rechts. Een aparte speaker voor het centerkanaal is er niet – of toch wel, maar dan anders. Meer daarover verderop.

Elk van de speakerzuiltjes (iets meer dan 30 cm hoog, ruim 2,5 kilo zwaar) bevat drie speakerunits. Bovenop een voor middentonen en Dolby Atmos / DTS:X. Aan de voorzijde een 1,9 cm soft dome tweeter, woofer en een basreflexpoort. Daarnaast bevat elke speaker een versterker en twee microfoons. Je kan de grotendeels cilindervormige speakers neerzetten, maar dankzij de platte achterkant ook ophangen. Aansluiten met draad is alleen nodig voor stroom. Die is soms wel wat aan de korte kant, was onze ervaring. Gelukkig is het een standaard voedingskabel. Heb je een langer exemplaar nodig, dan heb je die voor een paar euro. Andere kabels zijn niet nodig: de rest van de communicatie verloopt draadloos.

Techniek die je niet ziet

Voor je kunt gaan luisteren, moet de set de ruimte waarin je hem plaatst analyseren. Dat doet hij door een serie piepjes en geluidjes af te spelen. Hiermee krijgt het systeem een beeld van de kamer en akoestiek. Daarnaast kan het op basis hiervan de spatial sound-techniek toepassen.

Om een overtuigende bioscoopervaring te produceren, berekent het systeem “virtuele speakers”. Hiertoe kan het geluid van fysieke speakers ‘plaatsen’ waar zich geen fysieke speaker bevindt. Dat doet het systeem ook voor de centerspeaker: die wordt ‘geplaatst’ door de linker en rechter front speakers. Dit is echt technologie die je niet ziet. 

De hiervoor vereiste aansturing zit in genoemd zwart doosje, dat je bij de tv plaatst. Hierop zit een enkele hdmi-aansluiting met arc. Verder zit er een bedrade netwerkaansluiting op en een bijzondere aansluiting: S-center out. Die is alleen te gebruiken als je een hiervoor geschikte Sony Bravia televisie hebt. Heb je die, dan functioneert de televisie als centerspeaker. Op dat moment stopt de set ook met het aanmaken van een virtuele centerspeaker.

Subwoofer: echt onzichtbaar (tenzij je ‘m koopt)

Echte of virtuele speakers daargelaten, een speaker die standaard niet bij de HT-A9 zit is een subwoofer. Voor een echte 5.1-ervaring moet je die apart aanschaffen. Het model dat Sony ons voor de test leverde was de 200 watt SA-SW3. Er is ook nog een krachtiger model beschikbaar, de 300 watt SA-SW5, uiteraard met een navenant prijskaartje.

Nu we het daarover hebben: goedkoop is al die onzichtbare technologie van de HT-A9 niet. De set zelf kost 1800 euro, de SA-SW3 verwisselt voor 500 euro van eigenaar. De SA-SW5 kost zelfs 800 euro.

Zeer eenvoudige installatie van de Sony HT-A9

Waren we al onder de indruk van het gebruiksgemak van de installatie van de Sony Bravia XR A80J, de HT-A9 is nog een heel stuk simpeler. Al helpt het vermoedelijk dat we producten van hetzelfde merk samen testen, maar dan nog. 

De installatie is werkelijk eenvoudig. We plaatsen alle speakers in onze testruimte, het command & control kastje bij de tv. Dat sluiten we aan met een Audioquest Cinnamon hdmi-kabel, de S-center out op de A80J met de bijgeleverde kabel. Vervolgens zetten we de tv aan en… de rest gaat vrijwel vanzelf. We hoeven enkel een paar vragen te beantwoorden, zoals “of we de tv als center speaker willen gebruiken”. Voor een optimale beleving starten we het proces om de speakers in de ruimte in te meten. Dat is een kwestie van wachten en instructies volgens. Meer komt er niet bij kijken.