ROG NUC 970 review: een waardige opvolger van Intel

De ‘Next Unit of Computing’-lijn (nuc) van compacte pc’tjes ligt niet langer bij Intel. Met ingang van dit jaar is het Asus dat de reeks minicomputertjes voort zal zetten. Waar Intel gaming nucs met vervaarlijke codenamen uitbracht, lag het voor de hand dat Asus deze onder het ROG-vaandel zou uitbrengen. Zo geschiedde: de ROG NUC 970 trapt af met een kant-en-klaar, maar opvallend klein game-systeem. Doet ASUS’ eerste gaming nuc de reeks eer aan? 

Een NUC-situatie

Nog even over dat hele nuc-gebeuren: er hangt wat historie aan. Intel zette de productgroep anno 2013 voor het eerst op de markt, destijds primair als supercompacte kantoorcomputertjes. Moederbordje met Intel-processor, een paar verwisselbare schijfjes, geheugen en een kunststoffen kastje: veel meer omvatte de initiële visie niet. Eerst vooral als barebone kits, later doken ook kant-en-klare systeempjes op.

Over de jaren werden ook krachtigere kits uitgerold, waardoor uiteindelijk ook nucs voor gamers in beeld kwamen. Een voorbeeld daarvan zagen we vrij recentelijk nog met de NUC 12 ‘Serpent Canyon’: een complete mini-pc voor de gamer met zowel een mobiele cpu als gpu van Intel zelf. Het is dat Intel er zelf geen heil meer in zag, maar wij waren wel gecharmeerd van het apparaatje in onze Intel NUC 12 review. Met rendementsrijke laptophardware in een compact chassis kon je nog een aardig potje gamen of content produceren.

Intel maakt ze sinds 2023 niet meer, maar wilde de (non-exclusieve) nuc-licentie wel aan een andere fabrikant afstaan. Asus, zelf nooit vies van ‘veel kracht in kleine kastjes stoppen’, leek een prima partij om de nuc-nalatenschap voort te zetten. Aangezien het deze kastjes ook al als oem-partner voor Intel maakte, hoefde het niet terug naar de tekentafel om de productie onder eigen naam te brengen. Rond de jaarwisseling werden daarom wat handjes geklapt over merknamen en zodoende komen nu aan bij de eerste nuc van Asus’ Republic of Gamers.

De ROG NUC 970 in vorm, I/O en gevoel

De ROG NUC 970 lijkt een vrij directe voortzetting van wat Serpent Canyon achterliet: een game-pc, niet groter dan een settopbox. Het hele apparaat heeft een volume van circa tweeënhalve liter. Zie het als een soort chonky gamingconsole, maar dan met het gevoel voor stijl van moderne gamelaptops. Denk stoere lettertypes en scherp gehoekte luchtroosters.

Met behulp van een standaardje (naar de ROG-standaard uiteraard ook futuristisch vormgegeven) is ook dit model weer rechtopstaand te gebruiken. Asus maakt deze nuc nog duidelijk in de door Intel ontwikkelde mal, met hoogstens wat eigen twists wat betreft looks. Zelfs het lichtgevende logo van Serpent Canyon, compleet met verwisselbare lichtplaatjes, heeft ROG vrij één-op-één overgenomen.

Hetzelfde geldt voor de aanwezige poorten. Ook hier blijft de verandering beperkt, of eigenlijk: die gaat er zelfs lichtelijk op achteruit. De ROG nuc heeft ten opzichte van het laatste Intel-model één usb-c-aansluiting en één combo-audiojack minder. Net als het gemis van de infrarood-sensor zijn we niet rouwig om dat audiopoortje, maar stiekem is het verval van die ene Thunderbolt 4-poort aan de voorzijde wel een opmerkelijke achteruitgang. Zo zijn ook twee van de voorheen 10 Gbps usb-a-poorten vervangen door twee schamele usb 2.0 (480 Mbps) exemplaren. Tegelijkertijd: de NUC 12 ging ook wel erg hard, met zes keer 10 Gbps.

Desalniettemin: het hele ROG-doosje mag er prima wezen. Vergeleken met de gemiddelde gamecomputer neemt dit opvallend weinig ruimte in, zij het wel met voldoende eigen smoel. De ROG NUC 970 ziet er in ieder geval gaver uit dan de zakelijke NUC 12 van Intel, zonder door te schieten in al te gekke gamer-esthetiek. Het chassis bestaat overigens nog altijd uit grotendeels kunststof, maar de bouwkwaliteit en afwerking voelen beter. Zo is de kit weer wat makkelijker open te maken: met slechts één klinkje en één schroefje.

Maar goed, de nuc leeft voort − dan moeten de pc’tjes ook mee met de tijd. Nieuw era, nieuwe chips, zo geldt de norm. In dit geval hebben we het dan vooral over de processoren, geheugen en videokaarten die we anders in laptops terug zouden vinden. Zulke chips hebben vrijwel altijd de basis gevormd voor de nuc-systemen, die vanwege hun geringe grootte niet uit kunnen pakken met volwaardige desktopcomponenten, laat staan de daarvoor benodigde koeling.

Niet de krachtigste waar, wel een goed rendement

Wat betreft hardware lift Asus mee op de inmiddels niet meer zo nieuwe Intel Core Ultra-processoren. Voor de ROG NUC 970 betreft dat de keuze tussen een Core Ulta 7 155H of de Core Ultra 9 185H. Die presteren in games doorgaans een tik minder goed dan de mobiele Core 14th Gen-processoren, maar kunnen alsnog prima meedraaien in de meeste moderne games. Plus: Asus voorziet dus wél in een krachtige ‘9’-processor, waar de NUC 12 van Intel aftopte op een Core i7-12700H. Dat is zeker voor contentproductie en zwaardere simulatiespellen een behoorlijke pre.

Daarnaast is deze specifieke ROG NUC 970 uitgerust met 32 GB aan ddr5-geheugen (twee 16 GB-sticks van SK Hynix op 5600 MT/s) en 1 TB aan PCIe 4.0-opslag (een Samsung PM9A1a). Het lichter afgestelde alternatief halveert beide volumes: 16 GB geheugen en een 512 GB ssd.

In beide gevallen is de ROG NUC 970 bovendien makkelijk uitbreidbaar. Asus biedt ze weliswaar (nog) niet in barebones aan, maar de kit an sich laat zich alsnog makkelijk upgraden. De twee sodimm-sloten zijn makkelijk bereikbaar en voor opslag zijn maar liefst drie M.2-2280-sleuven beschikbaar (ditmaal stuk voor stuk op PCIe 4.0). Die hoeveelheid poorten is overigens ook weer grofweg dezelfde opstelling als Intels Serpent Canyon, maar het versoepelde upgrade-gemak van de nuc is een pluim waard.

Minder verwisselbare waar: in videokaarten is Asus toch weer voor het vertrouwde Nvidia gegaan. Voor Intel was de keuze voor een Intel Arc-gpu een prima proof of concept, maar Nvidia is en blijft toch vaak de efficiëntere keuze als het gaat over gameprestaties. Gamers hebben met de ROG NUC 970 de keuze tussen een geïntegreerde RTX 4060 of RTX 4070. Met beide laptopchips is een hoop te bereiken, maar kort door de bocht luidt de keuze: wil je gamen op 1080p of 1440p?

De (game)prestaties van de ROG NUC 970

In onze test weerden de Core Ultra 9 en RTX 4070 zich samen met verve. Zeker de Core Ultra 9, die meestal in slankere laptops gepropt wordt, komt significant beter op gang in de ROG NUC 970. De krachtigere en vooral grotere koeloplossing (inclusief dampkamer) leidde in physics-tests tot zeker 35 procent betere resultaten dan precies dezelfde processor in een luxe MSI-laptop. Dat is nog altijd niet genoeg om goed uitgeruste Core i9’s van de 13e en 14e generatie te overtreffen, maar toch: in de nuc vindt de Core Ultra 9 waarschijnlijk het beste rendement tot dusver.

In grafische prestaties presteert de RTX 4070 ook beter dan dezelfde gpu in veel laptops doet. Echter, gezien die videokaarten in veel notebooks niet om kracht of koeling verlegen zitten, is het verschil hier aanzienlijk kleiner: hoogstens een paar procent − of een paar frames. Wel valt op dat raytracing op de ROG nuc veel beter tot zijn recht komt dan gedacht, waarschijnlijk te danken aan de verbeterde cpu-prestaties. In 3DMark’s Port Royal-test scoort deze RTX 4070 nagenoeg identiek aan een laptop met dezelfde processor, maar dan met een RTX 4080. Dat is op zijn minst toch een vrij knappe prestatiebonus in een notoir moeilijke discipline voor gpu’s.

Synthetische tests daargelaten: de ROG NUC 970 gamet gewoon heel fraai, in ieder geval dit luxere model dan. In de meeste gevallen is de kracht vergelijkbaar met die van een stevige high-tower met een videokaart van de midden- tot hogere klasse, maar het komt in dit geval uit een compact kastje met puur laptopchips. Desalniettemin kun je daar prima 1440p-games uit laten vloeien, met niet de minste instellingen of framerates. Far Cry 6 draai je (zonder upscaling) op High ruim met gemiddeld 80 frames per seconde. Rainbow Six Siege draait op volle toeren minimaal 144 frames per seconde, maar vaak (ver) daarboven.

De allerhoogste instellingen en 4K-resoluties zijn in zware games vaak alsnog te hoog gegrepen, maar in vrijwel elk modern spel kun je goed uit de voeten met dit rendement. Zeker in games met DLSS 3-upscaling komt deze (mobiele) RTX 4070 heel fraai uit de verf. In die gevallen is zelfs dat beetje raytracing erbij niet onmogelijk.

Hetzelfde geldt overigens voor non-gamingprestaties. In PCMark 10-tests presteert dit systeem ook vaak beter dan laptops met soortgelijke hardware. Alledaagse taken handelt het apparaat soepeltjes af en zeker deze luxere opstelling komt ook prima uit de voeten in contenproductie: hier kun je prima een batch foto’s of wat 4K-video tegenaan gooien. 

De ratio kracht tot compactheid vonden we al bewonderenswaardig met de NUC 12. Asus lijkt die verhouding met de NUC 970 lekker door te zetten. De gameprestaties groeiden sinds vorige generatie flink (mede door het overslaan van de 13e en 14e generatie Core i9’s) en met Asus’ kunde in koeling klinkt deze nuc ook minder luid.

Maar dan, die prijs…

In alles lijkt de ROG NUC 970 een waardige voortzetting van het nuc-nalatenschap, maar Asus denkt duidelijk wel anders over één aspect: de monetaire waarde. Zeker gezien Asus vooralsnog geen kit-versies van deze nuc aanbiedt, vallen de twee ROG NUC 970-opties direct in een vrij hoog prijssegment. Het instapmodel met de Core Ultra 7 en een RTX 4060 kost circa achtienhonderd euro, terwijl dit luxemodel vaak nog vijfhonderd euro meer kost.

De latere en zeker de luxere nuc-modellen van Intel waren ook niet bepaald goedkoop, maar Asus gaat nog verder. Dat zagen we natuurlijk al aankomen: het is niet voor niets een nicheproduct onder het ROG-vaandel. Toch, met dit soort prijsverhogingen maakt Asus het erg lastig om nucs bij de gemiddelde gamer aan te bevelen.

Voor dergelijke bedragen scoor je vandaag de dag immers een lekkere gamelaptop − of bouw je een meer dan degelijke desktop. In het eerste geval heb je er een (vaak fraai) beeldscherm en accu bij, zij het wellicht ten koste van enige prestaties. In het tweede geval zal je (veel) hogere prestaties verkrijgen, hoe vlot deze nuc ook is. Dan moet de ROG NUC 970 het vooral hebben van zijn compacte vorm in combinatie met het lagere stroom- en geluidsprofiel. Die factoren moeten wel heel zwaar wegen, wil je blind voor de nuc kiezen. Of geld speelt natuurlijk helemaal geen rol, dat kan ook.

Conclusie

Dat Asus veel kracht in een klein kastje kan proppen, had het bedrijf al bewezen. De ROG NUC 970 kleurt nog flink binnen de lijntjes die Intel uitzetten met de Serpent Canyon. De prestaties zijn beter door nieuwere en gewoon krachtiger hardware, maar Asus beknibbelt op aansluitingen en telt er een flinke premium bij op. Dat doet geen afbreuk aan de chique mini-pc zelf, maar helpt niet om nucs meer mainstream appeal te geven.

Dat gezegd hebbende, het is net als bij de NUC 12 weer mooi om te zien dat er meer (game)prestaties en rendement uit mobiele chips te halen zijn. Qua visie en vorm voelt het alsof de nuc-lijn van Intel bijna naadloos is doorgezet, of in ieder geval met voldoende eerbiedigheid. Asus zorgt voor uitzonderlijk goede koeling en het kastje zelf oogt en voelt beter. 

Daarom zijn we ook benieuwd wat Asus hierná met het nuc-label gaat doen. Ook de zakelijke pc’tjes keren terug, maar stiekem hopen we ook op goedkopere kit-versies van ROG NUC 970. Mochten daar meer mogelijkheden liggen, dan zit er toch nog best wel wat potentie in het concept van compacte kastjes, ook voor de (gemiddelde) pc-gamer. Voor nu is en blijft het toch een beetje een nicheproduct, die het vooral van rijke gamers in tiny houses of van life-influencers moet hebben.