50 jaar na de 4004: van rekenkracht naar de 'totale experience'. In gesprek met Maurits Tichelman van Intel
15 november was de 50e verjaardag van de Intel 4004. Die processor was de eerste in een lange reeks steeds complexere processors van het bedrijf. De recent aangekondigde 12e generatie Core 'Alder Lake' is de nieuwste loot aan de stam. In vrijwel geen enkel opzicht vergelijkbaar met die 'oerprocessor' uit 1971, maar de 4004 was een mooie aanleiding om eens bij te praten over de toekomst van de desktop pc met een vertegenwoordiger van Intel. We spraken met Maurits Tichelman, VP Sales & Marketing en General Manager EMEA.
Met de launch van Alder Lake maakt Intel weer een grote stap, in eerste instantie op desktopvlak. Dat wil niet zeggen dat het bedrijf er nu is, zo stelt Tichelman. "Soms lijkt het alsof iedereen een mening heeft over Intel en waar het bedrijf naartoe moet gaan," vertelt hij, en er is nog een lange weg te gaan: "Er zal hard gewerkt moeten worden om de leadership position op alle vlakken weer werkelijkheid te maken."
Toekomst van de desktop
Dat streven is opmerkelijk voor wie deze markt al langer volgt. De desktop pc leek lange tijd geen prioriteit meer voor Intel. Laptops en servers zijn qua volume en marge aanzienlijk interessanter. Toch moet de desktop nog altijd niet worden uitgevlakt, stelt Tichelman. Gaming is daarin een grote factor, waarbij de coronapandemie nog een sterk aanstuwend effect heeft gehad. Veel mensen zijn in lockdown na het thuiswerken aan het pc-gamen geslagen. Daarnaast zijn ook de content creators, een groep die veelal overlap met gamers vertoont, een belangrijke markt. Ondanks dat de desktopmarkt als geheel niet groeit, is het enthusiast segment wel degelijk belangrijk. De mensen die nog een desktop gebruiken, investeren er steeds meer in, met andere woorden.
Gevraagd naar hoe Intel kijkt naar de toekomst van de desktop - er vanuit gaande dat we over 5 à 10 jaar met z'n allen prima 4K kunnen streamen - ziet Tichelman nog altijd ruimte om die veeleisende gebruiker te blijven bedienen met high-end desktops. "In een wereld waarin iedereen glasvezel heeft voor mainstream games, zal een deel van de markt naar streaming diensten gaan," aldus Tichelman. Maar, zo parafraseren we, voor de high-end gebruikers en esporters voor wie elke nanoseconde telt, blijven high-end desktops echter noodzakelijk gereedschap. In dat licht moet je ook de recente aankondiging zien van de aparte Arc-videokaarten, waar Intel aan werkt.
En wat de streaming markt betreft: die maakt uiteindelijk niet alleen gebruik van snelle internetverbindingen, maar ook van een heleboel rekenkracht in datacenters (zowel centraal als aan de edge, in de buurt van de gebruiker). Via die weg is gaming voor Intel natuurlijk net zo goed belangrijk. "Ook daar moeten we blijven doorontwikkelen," aldus Tichelman, "niet alleen voor centrale Xeon-processors, maar ook voor grafische kaarten voor het datacenter [zoals Ponte Vecchio]."
Waarvoor dient al die rekenkracht?
De grote vraag is welke toepassingen Intel ziet naast dat welbekende gaming en content creation. Waarvoor heb je die steeds maar toenemende rekenkracht nodig?
Voor Tichelman is dat niet zozeer de centrale vraag. Hij bekijkt het eerder vanuit de vraag van de eindgebruiker, waar heeft die behoefte aan? Daar komt meer bij kijken dan rekenkracht alleen, zo stelt hij. "Het belangrijkste is de totale oplossing, de totale experience." Daarbij wordt software steeds belangrijker. Niet zozeer software zoals Intel al jaren zelf ontwikkelt voor bijvoorbeeld bios en besturingssysteem, maar de software waar je als gebruiker direct mee werkt. Intel kijkt daardoor steeds meer naar wat voor software er wordt gebruikt, en wat voor hardware daarvoor nodig is. "Wat zijn de applicaties die nodig zijn voor de toekomst, en hoe kunnen we daarop inspelen met het design van onze hardware," zo vat Tichelman samen.
Rekenkracht versus responsiviteit
Die behoefte gaat verder dan pure prestaties en klokfrequentie. Voor een goede gebruikerservaring is responsiviteit minstens zo belangrijk. Hoe snel een programma reageert en opstart, bijvoorbeeld. Heel vaak 3 seconden moeten wachten is vervelender dan af en toe 3 minuten te moeten wachten. Dat is dan ook iets waar Intel veel aandacht aan besteedt. Met Alder Lake als mooi voorbeeld: processors bevatten tegenwoordig meerdere typen rekenkernen voor verschillende doeleinden. In de woorden van Tichelman: "In de cpu van vandaag zie je steeds meer verschillende building blocks zitten, met meerdere dies die je kunt combineren om de juiste oplossing te vinden voor het segment dat je wilt bedienen."
Dat op voorhand voorspellen is de uitdaging. Zo was in het verleden natuurlijk nog niet bekend wat er nodig was voor kunstmatige intelligentie berekeningen, net zo min als er nu al duidelijk is aan welke quantum computing berekeningen behoefte is en hoe die uitgevoerd gaan worden. Met zo'n bloksgewijze benadering van processorontwerp kan Intel voor de toekomst van de desktop pc sneller inspelen op veranderende eisen van toepassingen en gebruikers.
Een tweede manier om responsiviteit te bewerkstelligen, is juist door niet alle rekenkracht in het datacenter te plaatsen. Voor een soepele gebruikservaring is rekenkracht dichtbij de gebruiker noodzakelijk. Daarnaast zijn meer factoren van invloed, zoals de snelheid van opslag. Daar heeft Intel natuurlijk ook veel geïnvesteerd, bijvoorbeeld met de jarenlange promotie van solid state opslag. Die heeft eraan bijgedragen dat 'een ssd' tegenwoordig een basisvereiste voor elke pc is.
Het belang van software voor de toekomst van de desktop
Een andere methode om die soepele werking tot stand te brengen, is - daar is ie weer - met behulp van software. Enerzijds door nauw samen te werken met bouwers van besturingssystemen zoals Microsoft. Op die manier kan nieuwe technologie zoals Intel Thread Director goed worden geïmplementeerd. Tichelman ziet dit niet zozeer als het naar zich toetrekken van functionaliteit (toewijzen van taken is traditioneel een functie van het besturingssysteem) maar eerder een manier om voor goede integratie tussen hardware en software te zorgen. Het doel daarbij is simpel: "de klant moet erbij gebaat zijn".
Software is daarbij steeds meer het uitgangspunt. Zoals Tichelman het omschrijft: "Hoe kunnen we ervoor zorgen dat de features waarvan wij denken dat ze belangrijk zijn in de toekomst, dat die door de software makkelijk te integreren valt." Dat gaat verder dan de integratie van processorfuncties in het besturingssysteem. Met OneAPI heeft Intel een stuk gereedschap gemaakt, dat het eenvoudiger maakt voor ontwikkelaars om functies door de meest effectieve hardware te laten uitvoeren. Soms is dat de processor (met sinds Alder Lake twee typen rekenkernen), maar dat kan ook een videokaart zijn. Of een vpu of fpga, in gespecialiseerde systemen.
De supply chain crisis
Gevraagd naar de nabije toekomst ziet Tichelman deze met vertrouwen tegemoet. Intel heeft veel geïnvesteerd in productiefaciliteiten, waardoor het komend jaar weer meer processor verwacht te gaan leveren dan in voorgaande jaren. De uitdaging zal eerder van andere partijen in de markt komen - veel onderdelen zijn nog altijd niet eenvoudig te verkrijgen. Het zorgt er ook voor dat er opnieuw nagedacht worden over zaken die lange tijd vanzelfsprekend waren, zoals 'just in time' productie en zo klein mogelijke voorraden. Wat dat betreft zal ook 2022 nog een interessant jaar worden, zo beaamt Tichelman.