Lenovo Legion Go review: een eigen draai aan de PC gaming handheld
Die eigen draai zit bovenal in de vorm van deze PC gaming handheld. Niet alleen is de Lenovo Legion Go veruit de grootste in zijn soort, hij doet ook denken aan de Nintendo Switch. Dat zit 'm in de afneembare controllers, al bewandelt Lenovo ook hier een unieke, eigen weg.
Met de komst van de Legion Go komt het grote vergelijken van dit soort handhelds nu echt op gang. Sinds Valve begin 2022 bewees dat een ‘game-pc-als-handheld’ prima haalbaar was, doen alsmaar meer partijen hun duit in het zakje. Daarbij tonen ze steeds weer een net wat andere kijk op dezelfde formule. Zoals al eerder beschreven op TechFi.nl blijft de Steam Deck voorlopig the one to beat. Lenovo is de nieuwste partij die daartoe een poging waagt. Dat doet het met de vooralsnog grootste én duurste gaminghandheld, met een adviesprijs van 799,99 euro.
De Lenovo Legion Go in vorm en gevoel
Waar Valve’s handheld al vergeleken werd met de vorm van de Nintendo Switch, gaat Lenovo weer een stapje verder. “Dat kan Switch-iger”, lijkt de gedachte te zijn geweest. Net als Nintendo’s hybride console is het hele eieren-eten van deze handheld dat de twee controller-grepen los te koppelen zijn van de centrale tablet. Dat kennen we ergens van, zo concludeerden we afgelopen zomer ook al tijdens een eerste indruk.
Net als het latere oled-model van de Switch komt Lenovo’s machine met een stevig uitklapbaar standaardje. De gelaserde microtextuur op de handgrepen doet dan weer sterk denken aan de ROG Ally, al is dat weer afgekeken van de Xbox controllers. Kortom, de Legion Go borduurt duidelijk voort op leenwerk van Nintendo, ASUS en Valve – in die volgorde.
In vergelijking met die inspiratiebronnen is de Legion Go een omvangrijker systeem. Met een 8,8 inch scherm (22,5 centimeter) zet Lenovo een van de grootste gaming-handhelds op de markt. Met een gewicht van 854 gram – ongeveer 640 gram zonder controllers – is het ook een tik zwaarder dan de directe concurrentie. Lenovo’s handvaten blijken, net als die van de Steam Deck, behoorlijk bolle grepen. De Legion Go is nadrukkelijk niet voor kleinere (kinder)handjes gemaakt.
De Lenovo Legion Go is in het vooraanzicht groter dan de ROG Ally en Steam Deck, vooral vanwege dat flinke tabletscherm. Aan de andere kant is het niet per se veel dikker. Het apparaat zelf is opvallend slank, zelfs met de geïntegreerde, prettige kickstand. Ook fijn met het oog op uitbreidbaarheid: zowel boven als onderop prijken usb-c-aansluitingen. Daarmee wordt het makkelijker dongles en docks aan te sluiten of gewoon een stuk vlotter te snelladen. Hier heeft het apparaat alvast een streepje voor op de genoemde concurrenten.
Ook een pre is de opberghoes, die Lenovo standaard meelevert. Aardig detail daarbij is de opening voor de usb-poort, zodat je de console ook kan laden terwijl die veilig opgeborgen is.
Futuristische looks, onnavolgbare knoppenindeling
De Legion Go komt daarnaast met wat futuristische randjes. Dat zit deels in de trapeziumvormige controllerhelften en legio scherpe knopjes en roostertjes, maar bovenal in de complexiteit van de invoer. Verspreid over beide controllerdelen vinden we rgb-verlichte hall-effect pookjes, verschillende nieuwe (rug)toetsen, apart geplaatste bumpers, een optische muissensor en zelfs een bijna verborgen scrollwieltje. Zie het als een vrij doorsnee Xbox-achtige indeling, maar dan met allerlei ongebruikelijke toevoegingen.
Hoe je de controllerdelen ook ter hand neemt, je maakt altijd wel direct contact met een knopje of pookje. Dat gaat soms onbedoeld of onverwacht. Zo staan de rugtoetsen van de linkercontroller (Y1 en Y2) haaks op die van de rechtercontroller (Y3 en M3). Ook is de langgerekte rechterbumper opgedeeld in een soort wipwap tussen RB en M2. In de standaardoriëntatie drukt de gemiddelde handpalm die M2-knop overigens te pas en te onpas in.
Elk van die extra invoermogelijkheden zit daar uiteraard met een reden, maar ze maken de Legion Go aanvankelijk wel een onwennig vehikel. De ferme handvaten liggen met hun lasertextuur lekker in de handen, maar de invoer zelf voelt niet direct als gegoten. Dat de controllers nogal klungelig en ongemakkelijk van en aan het scherm klikken, helpt ook niet echt. Kom je van bekende en bewezen gamepads, dan gaat dit even wennen worden.
De controllers van de Lenovo Legion Go: Joy-Con, maar dan net niet
De potpourri van uiteenlopende knopjes op vreemde plekken heeft natuurlijk een doel. Zo moeten de speciale bumpertoetsen en het verborgen scrollwieltje het mogelijk maken dat de rechtercontroller dienst kan doen als verticale muis. Met een eigen voetstukje verandert dit onderdeel in een pistoolgreep-invoerapparaat, vanzelfsprekend bedoeld voor gebruik in schietspellen.
Het concept van een geïntegreerde muis is geinig bedacht, maar blijkt in de praktijk niet direct een voltreffer. In deze oriëntatie prikt het pookje voortdurend in de handpalm. Ernstiger: het voetstukje komt los bij de minste muisbeweging. De twee primaire ‘trekker’-toetsen missen een muisachtige klik; ze voelen voor deze toepassing eigenlijk weer iets te bumper-achtig. De hele ‘FPS-modus’ van de controllerhelften voldoet misschien voor een rustig strategiespel, maar voor competitief of snel schieten kan je beter uitwijken naar een volwaardige muis-en-toetsenbordcombinatie.
Verder doet de Legion Go maar weinig met het Joy-Con-achtige concept, waardoor het als unicum grotendeels verloren gaat. Bij Nintendo zijn de losse controllerhelften ook nog inzetbaar voor gyro-besturing of als minicontrollers voor partyspellen. Daar trekt Lenovo aanzienlijk minder hard aan. Op de Legion Go blijft het vooral bij twee drukke gamepad-helften en een onwennige FPS-modus. Wil je de controllers op een significant andere manier inzetten, dan is het zaak dat je iedere game handmatig werkbaar krijgt met je opmerkelijke invoer. Dat gaat bij Valve en zeker Nintendo veel gemakkelijker.
Het is niet allemaal kommer en kwel. Zo nemen we de enkele touchpad op de rechterzijde in dank af. Weliswaar is het niet zo precies of breed inzetbaar als Valve’s duo van haptische paneeltjes, maar voor vlug muiswerk in Windows-menuutjes is het beter dan wat Asus doet met de ROG Ally. Daar zit helemaal geen touchpad op. Dat van de Legion Go zorgt direct voor minder frustratiemomenten met pookjes en priegelige aanraakinvoer.
De meesten zullen de Lenovo Legion Go gebruiken als een traditionele gaming-handheld. Toch laat Lenovo bij cruciale elementen daarvoor steken vallen. Net als bij de ROG Ally overtuigt de Legion Go niet wat betreft controller-invoer. De lichte hall-effect pookjes zijn nog tot daar aan toe, maar bijvoorbeeld de platte vierpuntsdruktoets en handvol wrange bumpers voelen goedkoop aan en geven matige feedback. Van veruit de duurste gaminghandheld hadden we meer verwacht.
Het Lenovo Legion Go beeldscherm: de hoogste cijfertjes
De hogere prijs van de Legion Go is dan ook eerder toe te schrijven aan het scherm. Waar de ROG Ally de resolutie en verversingsratio van de Steam Deck en Nintendo Switch praktisch verdubbelde (1920 bij 1080 pixels op 120 hertz), doet Lenovo daar een schepje bovenop. De Legion Go bevat zoals geschreven een 8,8 inch IPS-beeldscherm met 16:10 wqxga-resolutie (2560 bij 1600 pixels). Daarbij biedt het een behoorlijke verversingsfrequentie van 144 hertz. Op papier heeft Lenovo daarmee een prachtige troefkaart tegenover de concurrentie. De vraag is of je in de praktijk ook baat hebt bij die cijfertjes.
De hoge pixeldichtheid en framerate zijn zalig om te zien, maar met de beperkte rekenkracht en acculading (waarover later meer) kunnen lang niet alle games op dat niveau opereren. Net zoals het geval was bij ROG Ally, heeft het scherpere en snellere scherm vooral nut in oudere of minder veeleisende spellen. Speel je liever moderne blockbusters, dan ben je beter af bij 800p-beeld op 60 hertz. Daarmee kom je weer precies uit op de specificaties van de originele Steam Deck. Zo houdt de Legion Go enkel zijn ruime schermdiagonaal nog over als troef.
Beeldprestaties van de Lenovo Legion Go
Dat gezegd hebbende, is het ips-paneel van de Legion Go wel fraai. Het is lichtsterk met een gemeten maximale helderheid van ongeveer 530 nits, nog iets boven de beloofde 500. Bovendien is de uniformiteit prima. Op dit vlak is het vergelijkbaar met het scherm van de ROG Ally, dat fors helderder is dan het enigszins doffe scherm van de originele Steam Deck. In de volle zon wordt het alsnog oogjes knijpen, maar elders schijnt het scherm vrijwel altijd helder genoeg.
De kleuren van Lenovo’s tablet ogen op het eerste gezicht uitzonderlijk levendig en vol, maar vergen mogelijk nog wel enige kalibratie. De Legion Go is in staat het sRGB- en het meerendeel van DisplayP3-kleurengamma te dekken. Direct uit de doos blijken selecte tinten niet correct geijkt; de witbalans stuurt vaak iets te warm. Op DisplayP3 meten we een gemiddelde DeltaE-afwijking van 2,37 – op sRGB zelfs 3,44. Beide zijn niet slecht, maar we zien uitschieters boven de 8 en dat is spijtig. Nu zal je niet snel gaan beeldbewerken op dit apparaat, en voor gaming zal dit resultaat zonder meer voldoen.
Een ander punt is problematischer: de snelheid. Het scherm reageert kenmerkend voor een mobiel IPS-paneel: niet al te rap. Gemiddeld genomen duren grey-to-grey-transities (GtG) circa 20 milliseconde. Dat is veel te langzaam voor ghosting-vrije weergave van de beloofde 144 beelden per seconde. Daarvoor geldt 6,94 milliseconde als uiterste window. Zelfs als je bedenkt dat de meeste (en zeker moderne) games niet op die snelheid getoond zullen worden, is deze snelheid ook voor 60 Hz aan de trage kant.
Buiten de testresultaten om ziet het gros van de games er op het Legion Go-scherm vrij punchy en kleurrijk uit. Het is bijna alsof het tablet een soort oled-achtig verzadigingseffect na wil apen, al is het dat dus nadrukkelijk niet. Zo mist de ips-techniek het diepe contrast van oled. Juist op dat punt liet Lenovo zich alweeer inhalen, door de reincarnatie van de Steam Deck.
Kort nadat Lenovo de Legion Go uit de doeken deed, kwam Valve namelijk op de proppen met een langverwachte oled-variant van de Steam Deck. Die vormt met de vaste 800p-resolutie (nu op een variabele 90 hertz) misschien geen hoogvlieger qua scherpte, maar op het gebied van kleurrealisme, responstijd en helderheid veegt het alle concurrerende lcd-paneeltjes van de kaart. Bovendien kan de Steam Deck nu ook met trots hdr-beelden tonen. Daar hebben de concurrerende handhelds nog geen kaas van gegeten.
Dat maakt dat Lenovo’s keuzes, wederom, een beetje in het niet vallen. De Legion Go zocht een troefkaart in de schermspecificaties, maar ‘specte’ wellicht de foute kant op. Er werd gekozen voor meer pixels en meer frames per seconde, maar daar hebben we in de meeste gevallen dus niet veel aan. Ondertussen loopt Valve weg met een fraai oled-paneeltje, waarop praktisch alle pc-games er kleurrijker en realistischer uitzien. En dat voor lagere bedragen dan wat Lenovo vraagt. De vergelijking wordt er niet beter op.
Een bekende chip en een minstens zo bekend accurendement
Waar Lenovo meer punten scoort ten opzichte van de Steam Deck, is uiteraard op het prestatiefront. De Legion Go draait namelijk op de Ryzen Z1 Extreme-chip, die we eerder ook al terugvonden in de ROG Ally. Die chip, met een maximaal vermogen van 30 watt, kan toch aardig wat spelletjes pompen. Daar komt bij dat de 16 GB aan werkgeheugen in de Legion Go weer wat hoger geklokt is, al is het effect daarvan op de in-game prestaties zeer beperkt.
We kunnen lang of kort zijn over de spelprestaties van de Lenovo Legion Go, maar ze zijn nagenoeg identiek aan die van de ROG Ally. Dat betekent dat vrijwel alle moderne spellen op Windows in ieder geval speelbaar zijn, met aardig wat mogelijkheden in graphics, resolutie en framerate. Enkel de allermooiste DirectX 12-spellen zijn, zeker met raytracing, echt te hoog gegrepen voor deze chip. Afgezien daarvan is van alles mogelijk.
Een console-game van de vorige generatie speel je gemakkelijk in 1080p, terwijl veel indies de 1600p-resolutie en/of hogere beeldverversing ook echt kunnen benutten. Afhankelijk van grafische voorkeur valt er genoeg te optimaliseren, zeker in combinatie met AMD's upscalingstechnologie FidelityFX Super Resolution (FSR). Die doet doorgaans wonderen op dit soort kleinere en pixeldichte schermpjes.
De vraag is vooral hoelang de interne accu van net geen 50 wattuur de Legion Go ook echt on-the-go houdt. Dat blijkt, niet geheel verrassend gezien onze ervaring met de Ally, niet buitensporig lang. In de vaste gaming-benchmark van PCMark 10 houdt de Legion Go het 1 uur en 48 minuten uit op een gebalanceerd stroomprofiel (beperkt tot 15 watt), met het scherm op 720p/60 en een helderheid van 40 procent. Dat is niet bepaald langer dan een Steam Deck of ROG Ally, en dan draait het systeem nog niet eens op volle toeren.
Vraag je meer van de Legion Go, dan loopt hij vanzelfsprekend ook sneller leeg. Dat geldt sowieso voor alle moderne gaminghandhelds: zelden kunnen die langer dan twee uur knallen. Doe je zuinig aan met indie-spelletjes of oude emulators, dan rekt dat rendement uiteraard nog flink, tot een uur of zes zelfs. Ook in die gevallen presteert de Legion Go niet langer of beter dan de ROG Ally, laat staan een Steam Deck OIed. De bloat van Windows 11 doet het beperkte accuvermogen weinig goed, al kunnen we dat Lenovo uiteraard niet kwalijk nemen.
Priegelen met Windows, Legion Space en game-invoer
Lenovo doet er sowieso veel aan om Windows 11 effectief te ‘omzeilen’. Iets vergelijkbaars zagen we op de ROG Ally. Omdat Windows 11 niet bepaald gebouwd is voor dit soort systeempjes, moet er wat gesleuteld worden om alle functies vlot werkbaar te krijgen. Denk daarbij aan legio standaard sneltoetsen (voor het virtuele toetsenbord, de startknop, taakbeheer, et cetera) op de controller-invoer, maar ook de introductie van eigen overkoepelende software. Asus deed dat met een verrassend efficiënte Special Edition van ROG Armoury Crate; Legion Space van Lenovo lijkt grotendeels hetzelfde te doen.
Legion Space is, net als Armoury Crate SE, een soort schakelbord voor de specifieke handheld. Hierin is het mogelijk de uiteenlopende instellingen van de Legion Go makkelijker te bedienen – inclusief snelmenu onder een eigen sneltoets – maar ook om Windows-functionaliteiten vlotter te kunnen bedienen. Framerates en resoluties terugschalen, ventilatiecurves aanpassen, launchers aanvuren en screenshots organiseren: het komt allemaal netjes samen in de Legion Space. De interface oogt weliswaar minder chique dan die van Asus of Valve, maar het werkt naar behoren.
Net als bij Armoury Crate ontbreekt het Legion Space echter aan een stukje adaptie en integratie. Dat is zeker het geval als het aankomt op de controller-invoer. De Steam Deck werkt vrij intuïtief met alle spellen en functies op het platform, terwijl de spelersgemeenschap allerlei eigen controllerprofielen per game beschikbaar stelt. Daardoor is er altijd wel een fijne manier van spelen voorhanden op de Steam Deck, waar je op de Legion Go het meeste toch echt zelf in moet stellen.
Dat laatste blijkt, zeker in combinatie met alle ongebruikelijke invoer, nog best een gedoe. Bijtijds valt vrijwel alle controller-invoer weg, met enkel een herstart als enigszins betrouwbare oplossing. Wil je de invoer naar wens omgooien, dan mist de Legion Go diepe aanpasbaarheid. Er bestaat enkel de optie tussen ofwel Xbox-achtige invoer ofwel de FPS-modus, maar bijvoorbeeld een escape-toets ergens plaatsen in de controller-modus? Dat mag dan weer niet. Zelfs de beloofde gyroscopische functies zijn nergens terug te vinden in Legion Space.
De kruising tussen controller- en pc-invoer is precies waar de Steam Deck sterker staat, zoals eerder besproken in onze lange termijn review van die handheld. Valve is heer en meester met aanpasbare handheld-input, maar Lenovo wel heel weinig om dat gebruiksgemak te evenaren. Als eindgebruiker moet je (voorlopig) genoegen nemen met een handvol niet al te aanpasbare profielen, inclusief wat instabiliteit op zijn tijd.
Koelprestaties versus klankgeluid
Verder niet onbelangrijk: hoe gaat Lenovo met het koelen van de handheld om? Daar lijkt de aanpak weer wezenlijk af te wijken van concurrent ASUS. De bevat een enkele ventilator en meer gaaswerk aan de achterzijde als luchtrooster. Op vol vermogen koelt deze ventilator de Ryzen Z1 Extreme grofweg even efficiënt als de ROG Ally (gemiddeld circa 76 graden gedurende zware benchmarks). Dat heeft wel wat meer herrie als keerzijde.
De ROG Ally is uiteraard ook hoorbaar vanaf bepaalde ventilatorniveaus, maar die momenten komen minder vaak voor, met significant minder storend geluid. De grote luchtroosters en zwaarder belaste ventilator zorgen ervoor dat de Legion Go regelmatig suist. Daarnaast lijkt de enkele ventilator ook iets scheller te resoneren; naast de hoorbare verplaatsing van lucht, is vaak ook een lichte zoem hoorbaar.
Bij de concurrent valt veel van de herrie weg onder het getetter van de ingebouwde luidsprekers, maar ook dat ligt voor de Legion Go anders. Laten we vooropstellen: een headsetje is een must. Omdat er door eerder genoemde designkeuzes geen plaats was voor speakers aan de voorzijde van de Legion Go, moet het apparaat het doen met twee piepkleine 2 watts luidsprekertjes aan de bovenzijde. De klanken die ze produceren, voelen zo ‘weggedrukt’ als je zou verwachten. Geluid wordt grotendeels van de speler af geprojecteerd, terwijl het met moeite het gesuis van de nabijgelegen ventilatoren kan overstemmen. Veel auditieve details vallen daardoor weg. Wat je nog wel hoort, klinkt vaak afstandelijk en flets.
Conclusie
Lenovo zet met de Legion Go de grootste en een vooral vrij unieke Windows-handheld neer. Gemiddeld genomen zal dit absoluut niet de beste optie voor ieder soort gamer zijn, maar Lenovo scoort her en der punten met een eigen draai aan de formule. Al is dat “eigen” vriendelijk gezegd vaak 'geïnspireerd door de concurrentie'. Op sommige fronten pakt dat prima uit, maar met Lenovo’s aparte ontwerpkeuzes moet de Legion Go ook regelmatig concessies doen.
De verhoogde schermspecificaties zijn mooi om te zien, maar blijken meestal niet houdbaar voor de chip of het accurendement. Het loeigrote tabletscherm oogt inderdaad prettig, maar drukt de speakers wel volledig de vergetelheid in. Met twee losse controllers is allerlei aparte invoer mogelijk, maar vervolgens voelen veel van die knoppen niet goed qua plaatsing en/of feedback. Voor elk aspect waar Lenovo punten pakt ten opzichte van de concurrentie, levert het elders weer een stukje gebruiksgemak of kwaliteit in. “Elk voordeel heb zijn nadeel” gaat wel heel letterlijk op voor de Legion Go.
Afhankelijk van persoonlijke voorkeur hoeven deze nadelen niet al te zwaar te wegen, maar samen zijn het wel een boel micro-afwegingen opeen. Dat maakt de Lenovo Legion Go nog altijd geen slechte handheld, eerder eentje voor een relatief specifieke niche. Ook deze Windows-handheld mag er absoluut wezen, maar eerder als alternatieve optie naast de ROG Ally dan een regelrechte ‘Steam Deck-killer’.
Lenovo Legion Go in een oogopslag | |
Afmetingen & Gewicht |
Met controllers: 29,9 x 13,1 x 4,1 cm, 854 g Alleen basis: 21 x 13,1 x 2 cm, 640 g |
Beeldscherm | 8,8 inch (22,4 cm) IPS LCD Touchscreen QHD+ (2560x1600) 500 nits helderheid 97% DCI-P3 kleurbereik 144 Hz verversingssnelheid |
Audio | 2x 2W speakers Dual microfoon array |
Aansluitingen | 2x USB-C met Thunderbolt 4 3,5 mm audio microSD (tot 2 TB) |
Draadloos | WiFi 6E Bluetooth 5.3 |
Processor | AMD Ryzen Z1 Extreme |
Videokaart | (iGPU) AMD Radeon 700M, 5-25 watt TGP |
Geheugen | 16 GB LPDDR5x 7500 MT/s 512 GB Western Digital SN740 SSD |
Accu | 49,2 Wh 65W PD 3.0 USB-C |
Bediening | Afneembare controllers ABXY knoppen, D-pad, L&R Hall effect analoge trekkers, L&R bumpers, View en Menu knoppen, Legion L&R menu knop, 6 programmeerbare grip knoppen, 2 analoge sticks, trackpad |
Testresultaten | Accu: Cinebench R23 Single: 728 Multi: 8385 Adapter: Cinebench R23 Single: 1567 Multi: 11920 PCMark 10 Score: 5556 Extended: 5413 Storage: 1856 (289,31 MB/s) 3DMark: Speed Way: 368 Time Spy: 3283 Fire Strike: 7868 Fire Strike Extreme: 4090 Solar Bay: 11288 Port Royal: 1302 CPU Profile: 941 - 4821 Storage Benchmark: 1949 (333,1 MB/s) Accuduur PCMark 10: Gaming (15 W, 200 nits): 108 min. Gaming (20 W, 200 nits): 81 min. Modern Office (15 W, 200 nits): 404 min. |
Testresultaten Beeldscherm |
Helderheid en contrast: Min. helderheid: 26 nits Max. helderheid: 530 nits Contrast: 1145:1 Kleurweergave: sRGB: 97,7% DCI-P3: 91,2% AdobeRGB: 84,7% Kleurtemperatuur: 7553K Gem. grijsafw.: 4,07 Gem. kleurafw. sRGB: 3,44 Grootste kleurafw. sRGB: 8,58 Gem. kleurafw. P3: 2,37 Grootste kleurafw. P3: 8,22 Responstijden (OSRTT, RGB10): Percentage < 6,94 ms: 10% Gemiddeld: 20,06 ms Beste: 3,4 ms Slechtste: 21,2 ms |
Adviesprijs | € 799,99 |
Koop bij |