DALI IO-8 review: een noise-cancelling hoofdtelefoon voor fijnproevers
In onze rumoerige wereld zijn noise-cancellinghoofdtelefoons onverminderd populair, met immer lagere prijzen. Je hebt ze al vanaf zo'n 60 euro. De beter modellen kosten wel meer, zo rond de 250 à 300 euro. En als je meer te besteden hebt, kan je ook meer kwaliteit op je hoofd zetten. Zoals de luxe Dali IO-8, recent door het Deense hifi-merk geïntroduceerd. Wat heeft deze NC-koptelefoon uit een hogere klasse te bieden?
De Dali IO-8 is een nieuwe noise-cancellingkoptelefoon die vooral audiofeatures op tafel gooit om luxejagers en kritischere muziekliefhebbers te lokken. Naast de ondersteuning voor betere Bluetooth-codecs en eigen 50-mm drivers, kunnen zij rekenen op een fraai design en de mogelijkheid om de hoofdtelefoon met of zonder kabel te gebruiken. Daarbij heeft het nodige gedaan om te zorgen dat de IO-8 zelfs met een lege batterij goed moet klinken. Noise-cancelling ontbreekt evenmin, ondersteund door zes microfoons en met dank aan een chipset van Sony.
Dali IO-8: een klasse hoger, met een andere ervaring
Wie bij een noisecancelling hoofdtelefoon denkt aan een Sony WH-1000XM5, zal wellicht verbaasd zijn dat de IO-8 is niet eens de duurste hoofdtelefoon die Dali uitbrengt. Vorig jaar stelde het nog de IO-12 voor. Met een prijskaartje van 999 euro zit die IO-12 resoluut in het luxesegment waar je enkel high-end audiomerken vindt, zoals Bang & Olufsen, Mark Levinson en T+A. Die laatste heeft zelfs de Solitaire T, die voor 1399 euro in de winkels ligt. Dat is heel wat anders dan de circa 350 euro die je betaalt voor een topmodel van Bose of Sony.
De IO-8 is met 599 euro een stukje minder prijzig dan die IO-12 , maar het blijft een premiumproduct, geprijsd op het niveau van de Apple AirPods Max, de Bowers & Wilkins Px8 en de Sonos ACE (tweede blik hier). Je merkt het: je hebt nog wel verrassend veel keuze in het luxesegment. Met de genoemde hoofdtelefoons van Apple en Sonos heeft deze Dali echter niet zoveel gemeen.
Als je de design-brief van de IO-8 doorneemt, merk je meteen dat het Deense bedrijf inzet op zijn sterke punten: akoestische kennis van zaken en een nadruk op audiofuncties. Weinig merken ontwerpen én bouwen eigen drivers voor hun koptelefoons bijvoorbeeld. De elektronica in de IO-8 is een stukje complexer opgevat dan een doorsnee NC-hoofdtelefoon. Wat dan weer niet aanwezig is, is de obsessie met features en non-muzikale audiofuncties, zoals ruimtelijke audio, die je elders vindt. Nog voor er aan de test begonnen is, kun je dus al voorzichtig concluderen dat de DALI IO-8 een andere ervaring wil bieden.
Vierde worp voor DALI
Dali is geen nieuwkomer als het hoofdtelefoons betreft, maar het is zeker niet fout om ze primair te beschouwen als een volbloed luidsprekerfabrikant. Vanuit zijn roots als de jaren tachtig budgetmerk voor de HiFi Klubben-winkelketen is het Deense merk uitgegroeid naar een gerespecteerde Grote Naam in de hifi-wereld, een tegenhanger van namen zoals Bowers & Wilkins, KEF en Klipsch. In 2019 wilde het zijn eigen designfilosofie loslaten op hoofdtelefoons, vertrekkende vanuit de luidsprekers. Dat is een aanpak die eigenlijk zelden voorkomt.
Dat gebeurde met de IO-4 en IO-6, twee draadloze koptelefoons in de middenklasse. Deze vielen op met een eigen design en het gebruik van een driver die nauw aanleunde bij wat DALI in z’n speakers inbouwde.
Daarmee is de IO-8 de vierde worp voor Dali. Het borduurt verder op die eerste twee DALI-koptelefoons en pronkt met een heel eigen designtaal. Die is radicaal anders dan het gestroomlijnde van een Sonos ACE of Sony WH-1000XM5. De DALI-koptelefoon heeft ronde behuizingen en ronde oorkussens, én een hoofdband die wat breder is. Dat klinkt wellicht heel old-school in de oren, maar door het gebruik van de juiste materialen heeft het niets ouderwets. De hoofdtelefoon staat zelfs bol van kleine details die 'em chiquer maken. Zoals het gebruik van een ruwere stof aan de buitenkant van de oorkussens en hoofdband, en een scharnier die in de behuizing verstopt zit.
De IO-8 is verkrijgbaar in twee kleuruitvoeringen: Caramel White en Iron Black. Vooral de witte uitvoering speelt graag met contrast, door de lichtbruine behuizing te combineren met bruine lederen oorkussens en textiel aan de buitenkant van de hoofdband. De cirkelvormige doppen van de driverbehuizingen zijn dan weer uit lichtblinkend metaal. De Iron Black-editie is wat monotoner, maar die grote metalen cirkels zijn ook hier in een grijzere variant present. De hoofdtelefoon wordt geleverd met een etui uit slijtvast jeansstof.
Een premiumgevoel ademt de IO-8 wel uit. Zaken als de solide metalen boog in de hoofdband en de resonantievrije behuizingen doen het gewicht wat toenemen. Toch is de IO-8 met 325 gram niet zwaar te noemen, al merk je zij-aan-zij het verschil met pluimgewichten als de WH-1000XM5 van Sony of de Bose QuietComfort Ultra Headphones. Het draagcomfort is dankzij de effectieve gewichtsdistributie goed. Het zachte kunststof aan de binnenkant van de hoofdband helpt daarbij (en lijkt makkelijk te reinigen). De oorkussens zijn vervangbaar, dat is goed voor de duurzaamheid.
Minimalistische bediening van de DALI IO-8
Aan de rechterzijde lijkt het binnenste deel van de metalen cirkel wat losser. Dat is ook zo, want hieronder houden een aantal fysieke knoppen zich schuil. Door pakweg op 12 en 6 uur te drukken zal het volume verhogen dan wel verlagen. Door elders te drukken pauzeer je audio, of verspring je in een afspeellijst. De klassieke mediafuncties dus, die je dankzij de fysieke knoppen heel trefzeker kunt bedienen. Ook als de temperaturen wat lager zijn, dat vinden we positief.
Aan de zijkant van het rechteroor zijn er nog drie kleine toetsen. Aangezien Dali geen app beschikbaar stelt, vormen deze de enige manier om aanpassingen te doen aan de ruisonderdrukking en equalizer. Voor het eerste kan je schakelen tussen ruisonderdrukking, transparantie en een modus zonder NC. Met een andere toets schakel je tussen twee EQ-modi: HiFi en Bass. Die aanpassingen worden door een kalme BBC-stem aangekondigd, dat is heel anders dan vaak toch wat blikkerige stemmen die je hiervoor soms aantreft.
Opvallend: tijdens het casual testen kwam het zelden voor dat ik per ongeluk een functie per ongeluk activeerde. Dat gebeurt met in-ears met touchknoppen bijvoorbeeld toch heel wat vaker. Het werkt allemaal prima, al duurde het wel langer om zonder nadenken de NC-knop te vinden. Die zit iets moeilijker bereikbaar vooraan op de hoofdtelefoon; het was logischer geweest als de uit/aan-toets en deze knop van plaats zouden verwisselen.
Geen app, lege accu: geen probleem
Nog over die app – of de afwezigheid ervan. Dat zal sommige lezers best wel merkwaardig in de oren klinken, aangezien bijna alle NC-koptelefoons (heel) instelbaar zijn via een bijhorende app. Dali vaart hier een eigen koers, gemotiveerd door de wens om alle afleidingen te elimineren bij het muziekluisteren. Het bedrijf geeft overigens aan dat het wel een app zou kunnen aanbieden, de hardware laat het toe. Om dat niet te doen, is een bewuste keuze. Het is ook niet zo’n gekke beslissing, als je bedenkt dat de IO-8 eigenlijk weinig instelbare functies heeft. De noise-cancelling is bijvoorbeeld niet adaptief. Het is aan of uit.
Dat minimalisme qua functies gaat hand in hand met een aantal sterke keuzes op audiovlak. Zo kan de IO-8 ook in een bekabelde usb-modus gebruikt worden, waarbij de interne DAC van de hoofdtelefoon audio verwerkt. De vereiste kabel zit in de doos, maar eigenlijk werkt elke wel om zo (hi-res) bestanden af te spelen van een laptop of smartphone. Bij een Android-telefoon is een app zoals USB Audio Player nodig om te zorgen dat audiostromen in de juiste kwaliteit worden aangewezen.
Wat als je een vlucht neemt met een mediasysteem dat geen Bluetooth-verbinding toelaat? Dan is de IO-8 in een ‘passieve’ modus te gebruiken met een reguliere audiokabel die eindigt in een 3,5-mm jack. Zo’n snoer zit mee in het etui uit jeansstof. Een passieve filter zorgt dat de klank heel dicht bij de weergave in actieve modus komt.
Dat is op zich verrassend, want vaak hebben NC-koptelefoons echt DSP-ingrepen nodig om te compenseren voor onvolmaaktheden in de behuizing. Dat is hier duidelijk minder een probleem, de IO-8 klinkt inderdaad nagenoeg hetzelfde. Wil je thuis de Dali-koptelefoon aansluiten op een hoofdtelefoonuitgang van een versterker, dan kan dat via dezelfde passieve kabel. De batterij mag trouwens helemaal leeg zijn in deze modus. Voor de volledigheid: volgens Dali gaat de IO-8 30 uur mee met NC ingeschakeld, wat een goed resultaat is.
Geluidskwaliteit van de DALI IO-8: ruimtelijk en echte HiFi
Wat de Dali IO-8 op het vlak van weergave te bieden heeft, wordt het duidelijkste met met bepaald materiaal. ‘Liberty’ van Anette Askvik is zo’n track die vaak gebruikt wordt voor demonstraties van high-end audio, onder meer vanwege de uitmuntende productie. Streamend vanaf een Motorola Edge 40 Pro (die aptX HD ondersteunt), horen we veel van de ruimtelijkheid die de melancholie van dit nummer aanscherpt. Er is echt een gevoel van diepte aanwezig, waardoor je het gevoel krijgt dat de saxofoon, piano en zangeres verspreid staan over een podium. Als er later in het nummer percussie bijkomt, produceert de IO-8 een vrij diepe bas die geen spoortje vervorming weergeeft, noch overdreven dominant overkomt.
De IO-8 pakt uit met een klank die veel mensen als warm zouden omschrijven. Het was zo heel aangenaam luisteren naar een crooner als 'I Was Born To Love You' van Ray LaMontagne (een nummer dat langskwam in de Qobuz-playlist van HiFi.nl), zowel qua de volheid van de vocalen als de knappe weergave van de gitaar. De link met de Dali-speakers is heel merkbaar, de tuning zit helemaal in dezelfde hoek - een sterke keuze voor consequentie. Dat is pakweg bij Bowers & Wilkins toch wat minder, daar zijn de hoofdtelefoons net wat meer present qua bassen dan hun speakers. Vergeleken met Sony's beste koptelefoon, spreek je bij de Dali over meer beheersing, een warmere tuning en een beter evenwicht.
Tijdens het luisteren was de Hi-Fi-modus toch de favoriete stand. Dat is een stukje persoonlijk, in de Bass-modus vond ik de basgitaar bij Chris Stapletons 'Cold' echt te overheersend. Het hangt allemaal wat van voorkeuren en specifieke tracks af, uiteraard. De usb-modus is - ook volgens de ontwerpers zelf - net iets beter. Als je het voedt met goed bronmateriaal tenminste; bij een gecomprimeerd geproducete poptrack maakt het niet echt uit.
IO-8: beter dan gemiddelde NC-prestaties
Eerdere tests van de IO-6 en de IO-12 hadden al duidelijk gemaakt dat Dali op het gebied van noise-cancelling weet hoe een Sony NC-chipset goed te implementeren. Dat is ook hier het geval. Je kunt bij de Dali IO-8 op heel wat stilte rekenen in luidruchtige omgevingen. Niet alleen door de actieve chip, maar ook omdat de oorkussens groot en zacht zijn. De IO-8 is hierdoor zelfs met NC uitgeschakeld vrij goed in het wegwerken van herrie, al blijft laag geluid van een vliegtuigmotor of geroezemoes in een groot open kantoor nog wel present.
Met NC ingeschakeld verdwijnt het meeste lawaai naar de achtergrond. De IO-8 zet een topprestatie neer (en al helemaal vergeleken met de meeste in-ears), al blijft het Sony-topmodel bij kritisch evalueren nog net iets beter. De Sony is wel net wat gevoeliger voor bewegingen ten opzichte van de geluidsbron (iets dat onze synthetische test wel accentueert, in real-life zal lage herrie je eerder omhullen). Zowel voor het thuiswerken en kantoorgebruik, forenzen als vluchten is de IO-8 zeer geschikt. Van de ontwerpers vernamen overigens we dat de noise-cancelling effectiever zou kunnen zijn, maar dat bewust gekozen is voor een niveau dat de klank van de hoofdtelefoon onaangetast laat.
Bellen met de IO-8 lukt goed, ook als er wat wind is. Zelfs bij relatief veel omgevingsgeluid komt de stem verstaanbaar door: een goed resultaat. Enkel bij extreme herrie durft er wel wat spraak weg te vallen door de werking van een overijverig algoritme. Klein kritiekje: als je tijdens het bellen naar de NC-knop grijpt, kun je wel eens een luid geluid in de oren veroorzaken door wrijving over een microfoonopening. Maar goed, dat heb je wel meer bij NC-hoofdtelefoons. De transparantiemodus van de Dali IO-8 is uitstekend. Je kunt echt deze lang blijven gebruiken en aanspreekbaar blijven terwijl je naar muziek luistert of een film bekijkt.
Conclusie
Als je een hoger bedrag te besteden hebt voor een hoofdtelefoon, is het normaal dat je ook 'meer' verwacht. De IO-8 levert zeker op dat vlak, paradoxaal genoeg door juist voor 'minder' te kiezen. Hoewel zaken als accuduur en noise-cancelling deze Dali koptelefoon op de eerste rij in de klas zetten, is het de sterke focus op muziekweergave waarvoor je deze koptelefoon moet kiezen.
Het is geen ik-ook-product, maar een eigenzinnige hoofdtelefoon die goed een luxegevoel en waardering voor muziek overbrengt. De ondersteuning voor betere codecs (al hadden we ook graag aptX Lossless gezien), de weergave zonder een spoor van vervorming en de twee bekabelde modi werken dat nog meer in de hand. Dat je daarbij een app en de mogelijkheden die daarbij komen inlevert, is geen groot offer.
DALI IO-8
DALI IO-8 in een oogopslag | |
Kleur | Iron Black, Caramel White |
Gewicht | 325 g |
Drivers | 50 mm |
Audio | 10-43.000 Hz frequentiebereik 93 dB @ 1mW @ 1kHz gevoeligheid 25 Ω weerstand |
Verbinding | 3,5 mm USB-C |
Draadloos | Bluetooth 5.2 Codecs: SBC, AAC, aptX, aptX HD, aptX Adaptive |
ANC | Active Noise-Cancellation Transparantiemodus |
Accuduur | 30 uur (ANC aan) 35 uur (ANC uit) Laadtijd: 1 uur 50 minuten |
Robuustheid | IP52 stof- en spatwaterbestendig |
Adviesprijs | € 599 |