Sony Bravia 8ii review: terughoudend technisch vernuft prijst zichzelf de markt uit

De nieuwe naamgeving van de Bravia 8 ii is opmerkelijk: Sony bevestigt hiermee impliciet dat niet dit qd-oled toestel, maar de Bravia 9 miniled als topmodel ziet. Voor liefhebbers van oled-contrast zal nochtans dit toestel interressanter zijn, het blijven immers fundamenteel andere technieken, met elk sterke en minder sterke kanten. Voor deze review ontvingen we de 65-inch uitvoering. Deze Sony K-65XR8M2 is voorzien van het meest recente qd-oled-paneel en de eigen XR-Processor. Hij is voorzien van vier hdmi 2.1-aansluitingen, waarvan twee met game features, een 60 watt Acoustic Surface audiosysteem en Google TV voor smart tv-toepassingen.

Design van de Sony Bravia 8 ii

Sony heeft al vele jaren erg aantrekkelijke designs die uitstekend afgewerkt zijn. De Sony Bravia 8 ii is daarop geen uitzondering. Het toestel is bijzonder slank, en dat wordt nog geaccentueerd door de smalle metalen boord rondom, die het oog afleidt van de licht gewelfde rug.

Het ontwerp zorgt er zo voor dat de 34 mm diepte eerder als 10 mm oogt. De tv staat op twee stevige metalen voeten aan het uiteinde van het scherm. Denk er dus aan dat je tv-meubel voldoende breed moet zijn. De voeten zijn te monteren in een hoge of lage stand; in de laagste stand tillen ze de tv ruim voldoende op om een soundbar te plaatsen. De afwerking is top: dit is echt een premium tv.

Aansluitingen van de Sony Bravia ii

We hadden graag vier hdmi 2.1-poorten me volledige bandbreedte gezien. Dat bieden de top oled-modellen van de concurrentie wel, maar Sony houdt vast aan de configuratie die we op de Bravia 9 vonden. Dat betekent wel vier hdmi 2.1-poorten, maar slechts twee met de maximale hdmi-bandbreedte (48Gbps) die nodig is om 120 beelden per seconde in 4K weer te geven.

De tv ondersteunt ALLM en VRR (Nvidia G-sync), en met een gemeten input-lag van 17,5 ms in 4K60 en 8,5 ms in 2K120 lijkt hij prima geschikt voor gamers. Het komt overeen met ongeveer één frame vertraging, wat acceptabel is. Wel moet het gezegd, Sony heeft blijkbaar toch vooral oog voor consolegamers, pc-gamers vinden bij de concurrenten toch meer mogelijkheden. Zo krijg je geen 4K165 zoals bij de Samsung S95F, het maximum blijft 4K120. ARC/eARC staat op een van de snelle hdmi 2.1-poorten; gamers met meerdere high-end bronnen die een soundbar willen aansluiten, moeten daar rekening mee houden.

Verder vinden we twee usb-poorten, en een optisch digitale uitgang die kan omschakelen naar S-Center IN. Dat is bedoeld voor een Sony audiosysteem dat dan de tv als center luidspreker gebruikt. WiFi 6, Bluetooth en Ethernet zijn uiteraard ook aanwezig. De aansluitingen staan naar opzij gericht, ideaal voor wandmontage. Nog één detail springt in het oog: de stroomkabel zit vast aan het toestel en gebruikt een mannelijke IEC-stekker. De bijhorende stroomkabel zit in de doos, maar het is de eerste keer dat we zoiets zien.

Google TV en Sony Pictures Core

Google TV, aangedreven door de Mediatek Pentonic 1000 chipset, levert een erg vlotte en veelzijdige gebruikservaring. Dit smart tv-platform staat garant voor het ruimste aanbod internationale én lokale streamingdiensten. Dus ja, ook de Belgische en Nederlandse apps zijn aanwezig. Sony biedt op dit model ook toegang tot Sony Pictures Core. Dat is Sony’s eigen streamingdienst met het aanbod van Sony Pictures Studios. Je krijgt 10 credits om een film naar keuze te streamen en twee jaar lang toegang tot een aanbod een regelmatig bijgewerkte selectie van tot 100 films. Met behulp van Google Cast en Apple Airplay zijn alle smartphone gebruikers in staat om eenvoudig content van de smartphone naar de tv te sturen.

Het Home scherm heeft een schermvullende aanbeveling (gelukkig enkel content, geen willekeurige reclame), centraal in beeld een rij persoonlijke aanbevelingen met links een tegel voor de meest recent gebruikte bron, en onderaan de lijst met favoriete apps. Aanbevelingen zijn er in overvloed. Wie naar onder scrollt, vindt rij na rij hiervan, gesorteerd per genre, door Google TV verkozen op basis van je kijkgedrag. Ze komen uit verschillende streamingdiensten, maar helaas nog niet uit alle diensten. De lijst blijft beperkt tot Prime TV, Disney+, Apple TV en Crunchyroll.

De algemene Google TV-instellingen (onder het tandwiel icoon op de remote) zijn deel van Google TV. Al kan je langs die weg alles bereiken, heeft Sony ook een andere mogelijkheid voorzien. De menu’s voor beeld, geluid en lichtsensor zijn achter een apart grafisch menu gezet, dat naar mijn mening overbodig en zelfs verwarrend is. Bovendien kost het heel wat extra kliks. Gelukkig kan je de belangrijkste instellingen ook via het snelmenu bereiken (sleutel-icoon op de remote).

Nieuwe afstandsbediening

Sony heeft een uitstekende afstandsbediening. Deze is compact, licht en heeft aangename laag profieltoetsen met een zachte en duidelijke toetsaanslag. De beschikbare toetsen zijn prima gekozen, met aparte toetsen voor live tv, hdmi-ingangen, snelmenu en algemene instellingen. De ‘menu’ toets opent extra functies, zoals een on screen-toetsenbord of kleurtoetsen. Voor streaming apps zijn er zes sneltoetsen beschikbaar.

Een ding viel ons wel op: Sony heeft gekozen voor de budgetversie van zijn afstandsbediening. De meer luxueze versie met oplaadbare accu, usb-c en verlichte toetsen blijft blijkbaar voorbehouden aan het topmodel. Ben je een bijzonder klassieke tv-kijker (hoofdzakelijk live tv en hdmi), dan vind je in de doos ook een ouder model van de remote, dat mogelijk beter geschikt is.

Beeldkwaliteit van de Sony Bravia ii

De XR8M2 gebruikt hetzelfde qd-oled-paneel als de Samsung S95F, dus we verwachten flink wat piekhelderheid en kleurbereik. Wat kleurbereik betreft, scoort de Bravia 8ii uitstekend, met 100% dekking van de wide gamut DCI-P3 kleurruimte. Bovendien kan qd-oled bijzonder heldere en intense kleuren produceren, voor zeer stilistische hdr-content is dat erg fijn.

Op het vlak van helderheid blijkt echter al snel dat we onze verwachtingen moeten temperen. Het 10%-venster in HDR10 Professional beeldmode scoort 1634 nits, het volledig wit beeld haalt 249 nits. Op het 2% venster kan de tv nog net 2000 nits aantikken. Dat is iets beter dan de twee jaar oude A95L, om en bij de 15% (het 2%-venster scoort beter), maar een flink eind onder de resultaten van de Samsung S95F, LG OLED G5 of de Philips OLED950.

We weten dat Sony over het algemeen wat conservatiever omspringt met oled-panelen, vermoedelijk om burn-in kansen echt tot een absoluut minimum te reduceren. In dit geval kost het wel erg veel potentieel. Vooral het volledig witte scherm blijft duidelijk achter bij dat van de concurrenten. Met 250 nits heb je voldoende helderheid in een doorsnee woonkamer voor sdr-weergave, maar het is onvermijdelijk dat de Average Brightness Limiter zichtbaar ingrijpt als het beeld plots veel wit bevat. Omdat de prestaties net op dat vlak dichtbij die van de A95L liggen, is de stapsgewijze verbetering relatief beperkt. Het is vooral in kleine lichtaccenten dat de Sony Bravia 8 ii zijn hogere piekhelderheid kan uitspelen.

Het paneel heeft een uitstekende uniformiteit, en qd-oled zorgt daarnaast ook voor een enorm ruime kijkhoek. Het scherm gebruikt een glossy scherm, niet de matte afwerking van de Samsung S95F. Het weert reflecties redelijk goed, vergelijkbaar met de LG G5. Het qd-oled-paneel krijgt wel een licht magenta tint als er veel omgevingslicht is (dat is eigen aan qd-oeld), en dat beïnvloedt het contrast negatief. Vermijd daarom een te heldere kijkomgeving.

Tonemapping en kalibratie van de Sony Bravia 8 ii 

De Bravia 8 ii zet heel mooie HDR10 en Dolby Vision-beelden op het scherm, met alle diepte en rijkheid die we van oled-tv’s verwachten. De tonemapping staat standaard op ‘Gradation preferred’; Sony past altijd dynamische tonemapping toe. Daarmee bewaart het erg veel witdetail en uitstekende kleurnuances. In onze sneeuwlandschapstest ging wel wat witnuance verloren, maar enkel wanneer die scène erg helder gemastered is, in de praktijk nog steeds een zeldzaamheid.

Sony gebruikt geen Filmmaker Mode, maar de Professional beeldmode moet gelijkaardige resultaten geven. De fabrikant heeft wel specifieke ‘Calibrated’ modi voor Netflix, Prime Video en Sony Pictures Core. De Professional beeldmodus levert zowel in sdr als hdr bijzonder goed schaduwdetail. De grijsschaal neigt sterk naar een te koele kleurtemperatuur (blauwe tint), dat is blijkbaar een typisch trekje bij Sony, dat zijn schermen kalibreert op basis van een eigen referentiemonitor. De kleurweergave blijft wel prima, enkel cyaantinten hebben wat te veel blauw. In HDR10 zijn de opmerkingen gelijklopend: uitstekend zwartdetail, te koele grijsschaal, maar mooie kleuren. Hier wijken vooral rood en magenta wat te veel naar blauw.

Prima beeldverwerking

Toen we in het begin van dit jaar de Bravia 9 testten, moesten we vaststellen dat die nog wat kinderziektes had. Die zijn er op de Bravia 8ii gelukkig uit. Ook Reality Creation is weer wat milder gemaakt; deze techniek legt erg mooi wat extra scherpte in beeld, terwijl dvd-beelden niet meer overmatig worden aangescherpt. De XR-processor levert uitstekende upscaling en ruisonderdrukking; zelfs lastige kleurstroken in zachte gradiënten elimineert deze goed via de ‘Vloeiende gradaties’ instelling. De laagste stand volstaat doorgaans. Alleen in onze donkere en heel moeilijke Game of Thrones scène was de middelste stand vereist; daarbij verlies je wat minimaal detail.

Oled-schermen hebben dankzij de snelle pixelreactietijd een goede bewegingsscherpte. Dat kan echter het judder-effect bij het bekijken van een 24 fps film sterker zichtbaar maken. Met MotionFlow kan je dat enigszins compenseren, al is de mate waarin je het gebruikt een erg persoonlijke keuze. Het is apart in te stellen voor sport en film, maar in de hoogste stand bleef er toch nog wat judder over in onze filmtesten.

Tijdens onze testen ging de Sony soms in de fout wanneer we een PC RGB-signaal aanleverden (de kleuren raakten helemaal in de war). Dat probleem is gemeld aan Sony; zodra we hier antwoord op krijgen, vullen we dit deel van de review nog aan.

Geluidskwaliteit van de Sony Bravia 8 ii: Acoustic Surface blijft een succesnummer

Een reden waarom de XR8M2 zo slank is, schuilt in het gebruik van Acoustic Surface technologie. Daarbij doet het scherm dienst als luidsprekermembraan. Het wordt aan het trillen gebracht door actuatoren, en een aparte woofermodule staat in voor de lage tonen. Zo heeft de Sony 50 watt audiovermogen in een 2.1 configuratie. Die combinatie klinkt prima: het geluid komt echt recht uit het scherm, maar wel met een goede stereoscheiding. De klank is gebalanceerd, met een duidelijke portie bas en heel duidelijke dialogen. Enkel wanneer je heel veel volume vraagt, grijpt de processor in en valt de bas zachtjes weg, zodat het nooit echt een storende ingreep lijkt. Voor film ondersteunt hij Dolby Atmos en DTS:X, maar de surroundervaring en hoogte-effecten blijven beperkt. Daarvoor wijk je beter uit naar een soundbar.

Conclusie

Dat de Sony Bravia 8 ii K-65XR8M2 een fijne televisie is, dat staat vast. Wel zijn er wel wat verrassingen. Zo is hij opvallend minder helder dan de top oled-modellen van de concurrentie. Hoewel het verschil in hdr-helderheid groot is, tillen we daar minder zwaar aan. Het is de achterblijvende piekhelderheid op het volledig witte scherm die we jammer vinden. Daardoor blijven helderwitte beelden - denk aan sneeuwlandschappen - duidelijk dimmer dan andere, zowel in sdr als hdr.

Ook gamers kijken mogelijk met wat afgunst naar de concurrentie, die een hogere refreshrate en meer hdmi 2.1-poorten levert. Op het vlak van beeldkwaliteit valt Sony echter niets te verwijten. Rijke schaduwnuances, knappe kleuren, perfect contrast en de ruime kijkhoek maken dit toestel een echt plezier voor film. In het slanke profiel schuilt degelijke audio, en dankzij Google TV heb je alle streaming in huis die je maar kan wensen, aangevuld met Sony’s eigen streamingdienst.

Daarmee is eigenlijk de prijs het voornaamste kritiekpunt. Sony zit ruim boven de adviesprijs van de LG OLED G5 en de Samsung S95F. Kijk je naar de werkelijke prijs in de winkel, dan is het verschil niet honderden, maar meer dan 1000 euro. Dat was voor vergelijkbare beeldprestaties al moeilijk goed te praten, maar met - afgezien van de audio - beduidend minder helderheid en dus minder veelzijdige inzetbaarheid, en minder gamer features is zo'n meerprijs eigenlijk niet te rechtvaardigen.