MSI Claw 8 AI+ review: Lunar Lake gaming power in de palm van je hand

(Alle foto's bij dit artikel zijn gemaakt door Tom Kauwenberg.)
MSI's eerste Claw bereikte TechFi nooit, maar met de MSI Claw 8 AI+ speelt het bedrijf zich alsnog in de kijker. Inmiddels zijn er wel aardig wat alternatieven waartegenover deze zich zal moeten bewijzen. Sinds Valve’s startschot met de originele Steam Deck is het hek van de dam: iedere hardwareboer moet en zal een handheld voor pc-gamers op de markt zetten. De afgelopen twee à drie jaar deed TechFi daar al regelmatig verslag van. Onder meer de Steam Deck OLED, ROG Ally en Lenovo Legion Go passeerden al de revue, de een met meer succes dan de ander.
Des te opvallender is daarom ook dat MSI hoog inzet wat betreft prijs. Het A2VM-model van de Claw 8 AI+ komt met een prijskaartje à 999 euro, waarmee het direct de prijzigste handheld op de mainstream markt is. Het is fors duurder dan de Steam Deck, maar ook nog honderd euro meer dan de doeltreffend verbeterde ROG Ally X. De vraag is dus bovenal of MSI met een hogere prijs en de “100% Intel”-aanpak ook meer waarde kan leveren.
Om daarachter te komen, beginnen we traditiegetrouw met een blik op het fysieke apparaat zelf. Die doet qua kleur namelijk wel iets nieuws, maar blijft verder relatief veilig in vorm.
Een fysieke greep op de MSI Claw 8 AI+
Gezien de naam kon je het verwachten: de MSI Claw 8 AI+ is een handheld met een schermdiagonaal van 8 inch (20 cm). Dat is nipt minder groot dan de tablet van de originele , maar verre van klein. In tegenstelling tot de handhelds van Lenovo en Nintendo betreft het hier één geheel: de controllerhelften zitten vast aan het centrale touchscherm. De handvatten bollen ook wat minder dan die van de Steam Deck, maar liggen alsnog voldoende stevig in de hand – ook (of juist) in de grotere klauw.
Net als de originele Claw lijkt MSI voor het design wel erg goed gekeken te hebben naar buurman Asus. MSI’s Claw-machines ogen in grote lijnen als (uitvergrote) ROG Ally’s. De globale lay-out van knoppen komt overeen en zelfs de rgb-ringetjes rondom de pookjes zijn een-op-een overgenomen.
Een terugkerend eigen stijlelement zijn de ABXY-knoppen: die kunnen bij MSI óók kleurrijk lichtgeven. Standaard golft de regenboog snel over de vier knoppen, wat vrij extra overkomt. Ook kleuren de flanken van het apparaat nu dus beige: weer eens wat anders dan puur zwart of wit. Beide unica voegen uiteindelijk niet bar veel toe, maar soit. De handheld heeft er in elk geval een eigen smoel door.
Saillante verbetering ten opzichte van het origineel vinden we in het materiaal en de verwerking van het chassis. De eerdere Claw was gevormd uit een grover afgewerkte kunststof, met enorme uitsparingen ter ventilatie. In de hand kwam dat wat onprettig en soms zelfs wat kitscherig over. Dat is bij de Claw 8 AI+ beduidend verbeterd. Het kunststof voelt prettig aan de palm en robuuster, vooral omdat de boven- en achterzijde niet langer één groot luchtrooster vormen.
Wat betreft aansluitingen breekt de Claw 8 AI+ zeker niet met de norm. Het chassis heeft bovenop de bekende microSD 4.0-lezer, een combo-audiojack en twee usb-c-poorten: stuk voor stuk vrij normatief. Met MSI’s Intel-aanpak zijn die laatste twee Thunderbolt 4-poorten, maar voor veel gebruikers zal dat geen enorme meerwaarde zijn. Opladen, accessoires koppelen en heel misschien een schermpje projecteren: dat kan ook allemaal prima over een moderne usb-c-poort. Wie een ander apparaat met Thunderbolt 4 heeft, kan wellicht met behulp van Thunderbolt Share op hele hoge snelheid data uitwisselen.
Bediening van de MSI Claw 8 AI+: een (te) lichte tast
Welnu, knopjes. Hoe bestuurt en bestiert het allemaal? Het feedback-gevoel van de knoppen van de MSI Claw 8 AI+ is nergens slecht te noemen, maar getuigt tegelijkertijd ook niet bepaald van opmerkelijke kunde. Niet gek ook: MSI heeft nu eenmaal minder controller-ervaring dan een PlayStation of Xbox. Dat voel je vooral in de bumpers en de twee macro-toetsen achterop: die klikken wat nietszeggend en klinken enigszins goedkoop.
De gezichtsknoppen en vierpuntsdruktoets zullen voor de meesten voldoen, al zijn ze verre van memorabel. Ondertussen wijst MSI wel op de bejubelde hall-effect werking van hun pookjes en trekkers. Die zijn daardoor duurzamer en zullen niet snel aan drift lijden. Fijn, maar helaas voelen ook deze opvallend licht, tot aan het onprecieze toe. Secure bediening vergt hier veel gewenning, zeker als je een stevigere Xbox-controller komt.
Priegelige pookjes zagen we ook al op de originele ROG Ally. Dat kan prima werken voor wat meer twitchy schietspellen, maar hier missen ze toch finesse voor bijvoorbeeld sport- en avonturenspellen of platformers. Meestal bedient een stugger pookje voor velen toch fijner.
Asus erkende dat en verbeterde de stugheid van pookjes en trekkers met de ROG Ally X. MSI loopt wat dat betreft achter. De Claw bedient wederom vooral gamers die niet al te veel precisie in pookjes en trekkers blieven. Dat kan de Claw maken of breken, afhankelijk van wat voor een controller-voorliefde je hebt.
MSI Claw 8 AI+ beeldscherm: fel, maar niet het snelste (of kleurrijkste)
Ook niet onbelangrijk voor de algehele handheld-ervaring: het geïntegreerde display. Dat is bij de MSI Claw 8 AI+ zoals gezegd een aanraakgevoelig scherm met een 8 inch (20 cm) diagonaal. Niet het allergrootste, maar alsnog een behoorlijk fors ding. Bovendien telt het 1920x1200 beeldpunten, verticaal dus wat meer ruimte dan doorsnee full hd. Wel weer jammer, zeker gezien de forse richtprijs: het is een ips lcd-paneel. In dit geval is het er wel eentje op zeker 120 hertz en met een beloofde helderheid à 500 nits, maar van oled is helaas geen sprake.
Uiteraard testten we ook het scherm verder door. In ieder geval die beloofde piekhelderheid blijkt ruim te kloppen: we meten meermaals helderheden rond de 512 nits. Dat is voldoende helder om ook buitendeurs nog een potje te kunnen gamen, zij het niet in het volle zomerse zonlicht. De Steam Deck OLED, verkrijgbaar voor iets meer dan de helft de prijs van deze Claw, schijnt dan toch wat feller.
Wat betreft kleurrealisme doet deze Claw het, voor een op gamers gericht ips-paneel, niet verkeerd. In onze sRGB-tests blijken alleen de grijscurve en de intense rood- en blauwtinten aan wat kalibratie te ontbreken, maar verder is het kleurenpalet opvallend realistisch. Ook hier geldt: een beetje oled was absoluut levendiger uit de verf gekomen, al zal dit voor meeste gamers volstaan. Zolang je geen ontiegelijk kleurkritische gamer of voorvechter van hdr-games bent, is dit prima weergave voor het gros van je games.
Helaas valt de daadwerkelijke responsiviteit ietwat tegen, zeker tegenover dat inherent vloeiend oled. In onze schermtests meten we een gemiddelde responstijd van ongeveer 17 milliseconde. Ter referentie: om de beloofde 120 hertz (zonder nare beeldimperfectie) te kunnen vertonen, is een window van circa 8 milliseconde vereist. Dat behaalt de Claw 8 AI+ echter maar zelden. In het daadwerkelijke gebruik lijkt dit paneel zich beter te lenen voor maximaal 60 frames per seconde. Dat is overigens voor moderne 3D-games op de native resolutie absoluut een haalbaar streven.
Intel-hardware en overdadig geheugen
Uiteraard moeten we het hebben over die framerates en daarmee de hardware onder de motorkap. Ook die zijn een belangrijke factor in een handheld. Het is met name hier dat de MSI Claw 8 AI+ de vreemde eend in de bijt is. Net als de directe voorganger kiest MSI hier voor een volledig Intel-gebaseerd systeem, waar de meeste handhelds juist op AMD-chips draaien.
In dit geval betreft het een Intel Core Ultra 7-258V, de nog relatief krachtige 8-core uit het Lunar Lake-bestand. Dat stemt toch hoopvol, zeker omdat de vorige Claw met de prillere Meteor Lake-chips niet kon opboksen tegen de Ryzen Z1 Extreme die in onder meer de ROG Ally zit. Lunar Lake komt met een krachtiger, geïntegreerde Intel Arc 140V-videokaart, die betere gameprestaties belooft. Daar komen we zo op terug.
Verder vinden we onder de motorkap namelijk nog wat luxe hardware. Zo heeft de Intel-chip de beschikking over een behoorlijke 32 GB aan werkgeheugen. Dat voelt enigszins als overkill: 16 GB voldoet nog goed voor gaming op deze schaal. Het ruime geheugen zal hoogstens nut hebben voor gamers die de handheld ook willen gebruiken als draagbaar werkstation, iets wat in de praktijk niet vaak zal gebeuren. Daarnaast integreert de Claw 8 AI+ een 1 TB nvme-ssd (in de vorm van een m.2 2230 kaartje), wat weer gelijkspel speelt met het luxe-aanbod van Valve en Asus.
De (spel)prestaties van de MSI Claw 8 AI+
Op papier presteert de nieuwe Claw absoluut niet verkeerd. De Core Ultra 7-258V scoort tot 17 procent beter dan de Ryzen Z1 Extreme (toch de directe concurrent) in moderne synthetische tests, zoals Steel Nomad Light. Kijken we echter naar de de CPU Profile-scores of simpelweg de in-game prestaties, dan blijkt AMD toch nog altijd de heersende macht. Dat heeft waarschijnlijk te maken met minder gedegen optimalisatie vanuit Intel; veel games lijken nog niet helemaal lekker te gaan op Intels relatief nieuwe gpu-architectuur.
Dat zie je terug in zowel nieuwe als oude spellen. Een Cyberpunk 2077 wil nauwelijks in 30 fps presteren, ook wanneer de graphics en resolutie hevig omlaag geschaald worden én upscalingtechnieken (zowel AMD’s FSR als Intels eigen XeSS) ingeschakeld zijn. Iets beter werken games als Helldivers 2 en Death Stranding – nota bene vaak door Intel aangeprezen als een voor Arc geoptimaliseerde game. Die titels werken hier vlotter op 30 fps-achtige framerates, maar enorm stabiel of mooi wordt het zelden. Wat dat betreft voelt het dus niet alsof de hogere prijs van de Claw ook direct leidt tot betere spelprestaties.
Wellicht nog spijtiger: we zien iets vergelijkbaars bij minder veeleisende games. Spellen die doorgaans prima draaien op een Steam Deck of ROG Ally, kunnen wat hit or miss uitpakken op de Intel-gebaseerde MSI Claw 8 AI+. Een koddig spelletje als Lonely Mountains: Snow Riders tikt op de allerlaagste settings vaak genoeg 60 fps aan, maar het spel hapert en stottert ook om de haverklap. In twee gevallen liep de indie-game volledig vast. Daar merk je des te meer: Intel loopt nog achter in de optimalisatie in games.
Een sterk (draadloos) rendement
Wel positief voor Intel en de MSI Claw 8 AI+: de prestaties van de Lunar Lake-chip zijn opmerkelijk stabiel. De chip presteert volledig mobiel vaak net zo snel als aan de kabel, met een maximaal tdp van 17 watt. Op vol vermogen wordt de chipset ook niet onredelijk heet: gemiddeld 70 graden in een zware cpu-test, zonder dat de koeling daarvoor onredelijk luid hoeft te worden. Combineer dat met een stevige 80 wattuur accu, en de handheld kan een heel eind vooruit, vrijwel zorgeloos wat betreft temperatuur of geluidsproductie.
Op een volle accu kun je gemakkelijk een uur of vier draadloos gamen (op ongeveer halve schermhelderheid), ook wanneer er zwaardere spellen aan te pas komen. Speel je in dezelfde omstandigheden een kaartspelletje of kijk je enkel wat video’s, dan loopt de accuduur al snel op tot ongeveer 17 uur. Dat behoort direct bij de beste rendementen die we tot dusver gezien hebben van handhelds voor pc-gamers.
MSI meent dat rendement op te rekken aan de hand van twee profielen voor het chipverbruik: “AI Performance” (*zucht*) en Endurance. In de realiteit lijken die twee nagenoeg hetzelfde te presteren. Beide werken relatief zuinig, maar schalen op wanneer dat nodig is. Als eindgebruiker heb je daardoor weinig omkijken naar stroomprofielen of het handmatig aanpassen van de hardware: de Claw presteert gewoon zoals-ie presteert. Dat gemak kan absoluut een voordeel zijn, al zal niet iedere gebruiker daar hetzelfde over denken. Sommigen zoeken juist wat meer instelmogelijkheden op het systeem zelf.
Windows 11 omzeilen met het MSI Center M
Ook dat ligt hier namelijk weer anders dan bij andere partijen. Net als Asus’ ROG Armoury Crate doet de Claw aan een stukje eigen overkoepelende software. Dat betreft hier MSI Center M: ook bedoeld om het handheld-onvriendelijke Windows 11 zo veel mogelijk te omzeilen, zij het wat minder nauwgezet dan bij de concurrent. MSI’s software geeft je net zo goed snelkoppelingen naar games en laat je ook de rgb-pookjes aanpassen en wat knoppen herorganiseren, maar het is allemaal wel wat rechttoe-rechtaan.
Zo mist MSI’s snelmenu mogelijkheden om snel te schakelen tussen resolutie of schermverversing, terwijl er ook geen sneltoetsen zijn om bijvoorbeeld Windows’ taakbeheer te openen. Daarnaast ontbreken wat diepere functies voor de power user: van fancurves of speciale hardware-profielen per game, daar is hier geen sprake van.
Wat MSI wel aanbiedt, blijkt niet altijd even effectief. Zo bestaat er een snelknop om de huidige applicatie geforceerd af te sluiten, maar die werkt vaker niet dan wel. In andere gevallen kan het tot circa twintig seconde duren voordat het snelmenu überhaupt tevoorschijn komt. Ook hier geldt dus: in grote lijnen werkt het wel, maar de concurrent biedt wat eigen software betreft meer mogelijkheden en algehele stabiliteit.
Conclusie
De MSI Claw 8 AI+ maakt flinke stappen voorwaarts vergeleken met de eerste Claw. Ergonomisch en stilistisch werkt het apparaat stukken beter. Ook de Intel-gebaseerde prestaties zijn er fors op vooruit gegaan. In grote lijnen getuigt het van gedegen doorgroei, wat we met liefde toejuichen. De verbeteringen zijn overal merkbaar, maar tegelijk maken ze de Claw 8 AI+ daarmee nog niet een van de beste opties voor mobiele pc-gamers.
MSI levert met de Claw 8 AI+ namelijk een van de duurste handhelds van het moment. Dat is vermoedelijk vooral te wijten aan de vernuftige Lunar Lake chip van Intel. Een mooi ding, maar een instapprijs van duizend euro roept verwachtingen op. Zeker omdat je al een handheld game-pc koopt voor pakweg 600 euro. Daarvoor heb je bovendien de keuze uit rappere en kleurrijkere schermen, prettigere pookjes en/of een betere laag over Windows (of helemaal geen Windows).
Het is vooral dat, wat de Claw 8 AI+ in de weg zit, meer dan de prijs zelf. Zelfs al was de ROG Ally X vorig jaar niet verschenen, dan is het alsnog spijtig dat we voor deze hoofdprijs geen oled-paneeltje krijgen. En een uitgebreidere schil om Windows te verhullen, hogere prestaties en steviger knoppen en sticks.
De MSI Claw 8 AI+ is absoluut geen sléchte handheld, maar prijs én timing zitten dwars. Een daadkrachtig rendement en een overdaad aan werkgeheugen zijn mooie nice to haves, maar voor de meeste kopers zullen die zaken alleen de prijs niet compenseren. Op Computex toonde MSI dit jaar al diverse nieuwe Claw-modellen, óók op basis van AMD-techniek. Wellicht is driemaal scheepsrecht: wij kijken uit naar de volgende incarnatie van dit model.
MSI Claw 8 AI+ (A2VM-007NL) in een oogopslag | |
AFMETINGEN | 29,9 x 12,6 x 2,4 cm (BxHxD) |
GEWICHT | 795 g |
BEELDSCHERM | 8 inch (20 cm) IPS LCD touchscreen 1920x1200 pixels 500 nits helderheid 120 Hz verversingsfrequentie (VRR) 100% sRGB |
AUDIO | 2x 2 watt luidsprekers 3,5 mm headset-aansluiting |
BEDIENING | A-/B-/X-/Y-knoppen D-pad L & R analoge trekkers (hall effect) L & R bumperknoppen Beeld- en menuknoppen MSI Center M-knop Quick Settings-knop 2x instelbare greepknoppen 2x analoge sticks (hall effect) 6-assige IMU-gyroscoop |
AANSLUITINGEN | UHS-II microSD 4.0-kaartsleuf 2x Thunderbolt 4 (DP alt / PD 3.0) |
PROCESSOR & Videokaart |
Intel Core Ultra 7 258V CPU: 4P/4LE (8 threads) 2,2-4,8 Ghz GPU: Intel Arc 140V 8-17W verbruik |
WERKGEHEUGEN | 32 GB LPDDR5x-8533 |
OPSLAG | 1 TB NVMe SSD (PCIe 4.0, M.2-2230) |
ACCU | 80 Wh, 6-cel lithium-ion 65W PD 3.0 USB-C lader meegeleverd |
BESTURINGSSYSTEEM | Windows 11 (Home) |
SOFTWARE | MSI Center M |
ADVIESPRIJS | € 999 |
Koop bij | Coolblue |